Twijfel toch niet!
Op de derde paaszondag is het de beurt aan Lucas om ons te laten delen in zijn verschijningsverhalen.
Hij heeft het wondermooie verhaal verteld van de twee leerlingen op weg naar Emmaüs die een hele tijd met Jezus meegingen en met Hem spraken zonder Hem te herkennen. Het was pas bij het breken van het brood dat hun ogen open gingen en zij wisten dat het de Heer was, maar toen verdween Hij ook uit hun zicht.
Dit grote nieuws moeten ze natuurlijk delen met de andere leerlingen die in Jeruzalem bijeen zijn, die kunnen hun ook melden dat de Heer verrezen is en aan Simon verschenen.
Terwijl zij allen daarover volop vertellen, staat Jezus zelf plotseling in hun midden en wenst hun vrede toe. Maar eigenaardig genoeg, zij herkennen Hem niet, het is weer allemaal angst en verbijstering, zij menen een geest te zien.
De Heer moet hen opnieuw tot de werkelijk-heid, tot zijn werkelijkheid, brengen. ‘Waarom zijt gij ontsteld, waarom komt er twijfel op in uw hart?’
Hoewel ze Hem nu reeds als verrezen Heer ontmoet hebben, blijven ze twijfelen.
Is het dan zo moeilijk te geloven dat Hij leeft?
De Heer zal dan maar de zware middelen moeten gebruiken: “Kijk naar mijn handen en voeten, Ik ben het zelf.’ En ze mogen Hem betasten en zullen vaststellen dat Hij geen geest is, want Hij heeft vlees en beenderen.
Zelfs als ze die gekwetste handen en voeten zien, hebben ze nog moeite om te geloven.
Wat moet de Heer nog meer doen om hen ervan te overtuigen dat Hij het is, de Meester met wie ze zolang het leven mochten delen en dat Hij levend in hun midden staat?
Jezus gaat nog verder: ‘Hebt ge hier iets te eten?’
Ze reiken Hem een stuk geroosterde vis aan en Hij eet het voor hun ogen op.
Nu is er geen twijfel meer mogelijk, dit is geen geest, geen onwerkelijk wezen, dit is hun levende Heer.
Het ongeloof en de twijfel maken plaats voor geloof, nu kan Jezus eindelijk de boodschap brengen waartoe Hij gezonden is.
Tijdens zijn leven heeft Hij voortdurend tot hen gesproken met woord en daad, Hij heeft hen gewezen op alles wat over Hem aangekondigd is in de heilige boeken, niet alleen bij Mozes, maar ook in de profeten en de psalmen, kortom in heel de heilige Schrift.
Het is niet genoeg dat dit alles geschreven staat en ze het horen, hun geest moet nog toegankelijk gemaakt worden om het te begrijpen.
Ze moeten leren onderscheiden wat in die veelheid van boeken het belangrijkste is, wat het meest invloed zal hebben op hun verdere leven.
Hetgeen het laatst gebeurd is, dat is ook het belangrijkste, dat onverklaarbare lijden en sterven op het kruis van Hem in wie ze de Messias zagen, de gezondene van God, het definitieve heil voor alle mensen.
Maar het gaat niet alleen over lijden en dood, waar het op aankomt is dat die dood niet het laatste woord heeft en dat Jezus niet in het graf is gebleven, Hij is ver-rezen, Hij leeft, dat is de boodschap die de apostelen meekrijgen, niet alleen voor zichzelf, het is immers een boodschap die moet verkondigd worden onder alle volkeren. Iedereen moet de kans krijgen het goede nieuws te vernemen en iedereen moet uitgenodigd worden zijn leven helemaal om te gooien, zich te bekeren en zo vergiffenis van zonden te verkrijgen in Jezus’ Naam.
Deze verkondiging moet beginnen in de stad die Lucas zo dierbaar is, in Jeruzalem, maar het zijn woorden die altijd verder moeten verteld worden, het is immers goed nieuws dat bestemd is voor de hele wereld.
De apostelen hebben er hun levenswerk van gemaakt en dat is niet gemakkelijk gegaan, de meesten zijn de Heer ook gevolgd in zijn dood en stierven omwille van zijn boodschap, zijn evangelie.
In de paasnacht zijn we begonnen het alleluja te zingen, de vreugde om de verrijzenis van Jezus is ons sindsdien bijgebleven.
En toch ondervinden we dat geloven niet gemakkelijk en niet vanzelfsprekend is, zeker in een wereld waarin het ongeloof welig tiert, komt er twijfel op in ons hart, we zetten weer een stap achteruit, we willen bewijzen, altijd opnieuw.
De Heer probeert ons telkens weer ervan te overtuigen dat Hij het is die met ons meegaat, dat Hij leeft en doet leven en wil dat allen leven.
Zal Hij ooit de twijfel helemaal doen verdwijnen uit ons hart?
En zullen wij ook gehoor geven aan zijn oproep het goede nieuws te verkondigen aan mensen die totaal andere interesses hebben dan een boodschap over verrijzenis en nieuw leven?
Er is veel werk op komst, daarom duurt de Paastijd ook lang.
Luc De Baene