Beproefde Wijsheid
Anselm Grün heeft voor elke dag een tekst van een woestijnvader uit de jaren 300-500 opgenomen en toepasbaar gemaakt voor onze tijd in het boek : ‘Een jaar met de woestijnvaders’.
# 07
januari 2024
Abt Johannes zei: ‘Ik lijk op iemand die aan de voet van een hoge boom zit en veel wilde beesten en slangen op zich ziet afkomen. Als hij het niet meer tegen hen uithoudt, zoekt hij een veilig heenkomen in de boom. Zo is het ook met mij. Ik zit in mijn ‘kellion’ en zie de boze gedachten tegenover mij. En als mijn krachten om tegen ze te vechten het begeven, neem ik mijn toevlucht tot God door te bidden en zo stel ik me veilig voor de vijand.’
Apo 327
(Kellion = Onderkomen van een monnik, meestal een eenvoudige hut of grot)
Abt Johannes geeft ons hier een prachtig beeld voor gebed.
Door te bidden vluchten we als het ware een boom in. Daar kunnen de wilde dieren ons niet bereiken. Zelfs de slangen kunnen niet naar boven kruipen.
Er is gebed waarin alle driften en gedachten de revue passeren.
Maar er is ook gebed als toevluchtsoord. Dit soort gebed brengt ons in de binnenkamer van onze ziel, in de stilteruimte, waar passies en gedachten geen toegang hebben.
Deze ruimte is een schuilplaats waar we ons veilig voelen.
We hebben hem allemaal, en het is verboden gebied voor de wilde dieren en slangen.
Op deze plek woont God in ons.
Hier zijn we veilig voor onze eigen impulsen en vijandigheden van buitenaf.
Anselm Grün
Een jaar met de woestijnvaders
p. 124
Uitgeverij BerneMedia en Halewijn
ISBN 978-90-8972-327-7