Van de zeven werken van barmhartigheid, is er één wettelijk verboden, namelijk ‘de gevangenen bevrijden’. Voor vijf andere werken van barmhartigheid is geen toelating nodig noch staan er sancties op: de hongerigen spijzen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de zieken bezoeken en de doden begraven. Je kan er zo aan beginnen. Met het laatste werk van barmhartigheid – de vreemdelingen herbergen – dien je wel erg voorzichtig te zijn … Je zou vandaag wel eens de politie over de vloer kunnen krijgen.
‘De gevangenen bevrijden’: hoewel een ethische plicht, is het wettelijk verboden. In de basisschool probeerde de meester ons al uit te leggen hoe dat komt. Elke samenleving telt gevangenen: mensen die voor een vastgestelde tijd in een gevangenis moeten verblijven. Omdat ze een gevaar kunnen betekenen voor zichzelf of voor anderen. Omdat ze plots onberedeneerd kunnen handelen. Omdat een gerechtelijk onderzoek tegen hen loopt. Of omdat ze door een rechter voor strafbare feiten veroordeeld zijn.
Hoewel het in een ideale wereld niet zou moeten, gebeurt het wel. Omdat we nu eenmaal niet in een ideale wereld leven. Omdat mensen complexe wezens zijn, met een complexe geschiedenis en een complexe psychologie. Omdat het leven voor sommigen harder is dan ze kunnen dragen. Omdat mensen niet de liefdevolle zorg en opvoeding krijgen waarop ze nochtans recht hebben. Omdat verslavingen aan geld, macht of geweld mensen in een wurggreep kunnen houden. Omdat veranderen van levenswijze niet gebeurt in een handomdraai. Gevangenschap zou niet moeten, maar gebeurt, omdat er soms geen andere oplossing is. Tijdelijk toch. Wat betekent het dan om de ‘gevangenen te bevrijden’?
Vooreerst dat hun gevangenis geen vergeetput mag zijn. Gevangen blijven deel uitmaken van onze samenleving. Ze hebben een gezin, een familie en vrienden. Ze behoren tot een dorp, een club, een geloofsgemeenschap. Doen alsof gevangenen niet meer bestaan, dat is pas de deur van de gevangenis achter hen vergrendelen. Dank aan allen die familie, vrienden of kennissen in de gevangenis blijven bezoeken. Die een deurtje van vrijheid en bevrijding voor hen openhouden.
Vervolgens dat hun gevangenis een plaats van bevrijding kan zijn. Welke geestelijke last dragen gevangenen niet mee, die hun lichamelijke opsluiting nog zoveel erger maakt. De last van een bezwaard geweten voor het kwaad dat ze hebben aangericht, al dan niet bedoeld, of voor het lijden waarmee ze anderen hebben opgezadeld. De last van een eenzaamheid die ze niet alleen zichzelf aandoen, maar ook hun geliefden, hun ouders, hun vrouw en kinderen. De last van geen nieuwe toekomst meer te kunnen uitbouwen, zelfs na hun ontslag uit de gevangenis. Tijdens hun gevangenschap moeten deze lasten besproken of behandeld kunnen worden, met de hulp van psychologen of sociaal werkers, van aalmoezeniers of pastorale medewerkers. Dat is werk van bevrijding binnen de gevangenis.
Ten slotte dat hun gevangenis van ‘de oude mens’ naar ‘de nieuwe mens’ kan leiden. Gevangenisaalmoezeniers vertellen me welk een innerlijke ommekeer of transformatie gevangen kunnen doormaken. Alsof hun hart en geest zich binnenstebuiten keren. Alsof ze een wedergeboorte meemaken. Alsof ze hun échte zelf nu pas kunnen laten zien. Hoe diep ook gekwetst of vernederd, in elke mens schuilt nog een ‘nieuwe mens’, die hunkert naar bevrijding. Het is onze ethische plicht om die bevrijding mogelijk te maken en te ondersteunen.
+ Johan Bonny
Lees meer in ‘Relevant’, het magazine van het bisdom Antwerpen.
Abonneren kan via relevant@idecommedia.be of 09 296 20 26.
Info op www.relevant-bisdomantwerpen.be.
Een abonnement kost 45 euro. Een los nummer kost 15 euro.