Wil je naar buiten? Kijk waar het bordje EXIT of UITGANG hangt. Op welke verdieping, op welke afdeling, in welke gang je ook komt, moet duidelijk een bordje UITGANG te zien zijn. Of minstens een groene pijl met een mannetje (of vrouwtje) in looppas. Merkwaardig. Overal willen en moeten we zien hoe iedereen snel en veilig weer naar buiten kan. Het heeft met de brandveiligheid te maken. Of met het ingewikkelde gangenstelsel van een ziekenhuis of kantoorgebouw. Terecht willen we nergens opgesloten raken. In een dierentuin hangen die bordjes er ook, zij het niet voor dieren. Ze horen in hun kooi of achter hun muurtje te blijven. De bordjes hangen er enkel voor ons, mensen. Er was eens een okapi die dacht dat het bordje naast haar kooi … Ze zit weer veilig achter de omheining!
De Geest achterna
Wat met de Kerk? Paus Franciscus pleit ervoor – sinds zijn eerste toespraak – dat christenen naar buiten zouden gaan. Dat ze zich niet zouden terugtrekken in het kerkgebouw of in de eredienst, hoe waardevol dat ook zijn. Dat ze zelfs naar de periferie zouden trekken: naar de moeilijke rand van de samenleving of van het menselijke leven.
Binnenkort vieren we Pinksteren. Wat gebeurt er met de apostelen? Plots zien ze het bordje EXIT hangen. Zodra de kracht van de Geest over hen neerdaalt, is hun goesting om binnen te blijven – of hun angst om naar buiten te gaan – over. De Geest drijft hen waar ze moeten staan: midden de stad, tussen een veelheid van mensen uit allerlei talen en culturen. De Geest waait in openlucht, waar mensen elkaar ontmoeten of met elkaar samenwerken, waar ze voor elkaar een steun en bondgenoot zijn, waar ze samen het beste proberen te maken van de samenleving. Welk dier symboliseert de Heilige Geest in het Nieuwe Testament? Inderdaad: de duif. Helemaal geen huisdier! Een poes of hond kunnen best binnen blijven, een duif niet. Zelfs een huisduif neem je beter niet in huis. Je maakt haar er niet gelukkiger mee. Ze moet zo snel mogelijk weer naar buiten. Ze moet haar vleugels kunnen uitslaan in openlucht. Zoek je een plek in je buurt die ook de Heilige Geest kent? Kijk waar er een duif zit!
Met Pinksteren ronden we het tweede werkjaar af van ons driejarig diocesaan project met Handelingen van de Apostelen. Door COVID-19 en de vele maatregelen tegen de verspreiding van het virus hebben we ons project letterlijk binnen moeten houden. Als een duif in een gesloten duiventil. Behalve talrijke digitale verbindingen en enkele kleinschalige initiatieven, zijn weinig activiteiten normaal kunnen doorgaan. Jammer. Met z’n allen kijken we verlangend uit naar het bordje EXIT of UITGANG. Naar de dag dat we elkaar terug gewoon zullen kunnen ontmoeten en aanspreken. Naar de dag dat we onze vleugels opnieuw zullen kunnen uitslaan. Ook en vooral als kerkgemeenschap. Ons tweede werkjaar had als thema ‘In naam van Jezus Christus, kom overeind en stap rond’ (Hnd 3, 6). Het is de oproep van Petrus tot de verlamde bedelaar, kort na Pinksteren. Zelf heb ik de voorbij maanden – dankzij de tijd die vrijkwam door corona – een boek geschreven over dat verhaal uit Handelingen. Het is zowel een leesoefening in Handelingen als een denkoefening over de zending en de werking van de Kerk vandaag. Het boek draagt als titel Overeind komen met Petrus en zal tegen Pinksteren verschijnen. Het is mijn bijdrage aan het tweede werkjaar met ‘Handelingen’ en een opstart naar het derde jaar.
Vele talen en culturen
Pinksteren gaat over mensen uit vele talen en culturen die in Jeruzalem het woord van de apostelen horen en verstaan. Het lijkt een miniatuur van de veeltaligheid in onze Antwerpse kerkgemeenschap. Om anderstalige gelovigen te bereiken, minstens bij belangrijke feestdagen of gelegenheden, zal de pers- en communicatiedienst van het bisdom bepaalde teksten voortaan ook in vertaling ter beschikking stellen (bijvoorbeeld in het Engels, Frans of Spaans). Zo is mijn laatste paasbrief in drie talen op Kerknet geplaatst. Het is een mooie EXIT voor onze kerkgemeenschap met Pinksteren: in openlucht zoals de apostelen en in gesprek met christenen uit andere volken en talen. Of zou dat – eindelijk – de aanvang van een ‘nieuwe normaal’ kunnen zijn, na COVID-19? Ik kijk ernaar uit en wens het jullie toe!