De onderhoudsbeurt
In de zwarte tas die ik droeg, vermoedde de man waarschijnlijk een ozongenerator, want hij bracht me dadelijk naar de grote emulgatormachine in de fabriekshal en zei beleefd maar beslist: “Het gaat om deze ketel, mijnheer, volledige spoeling en ontvetting alstublieft.” Ik was blij dat ik gezien mijn leeftijd door mijn vermomming met mondmasker en zwarte muts tot licht over de oren nog aanzien werd voor een jonge technicus, maar bracht de man meteen tot andere gedachten toen ik zei: “Ik heb alleen maar een wijwaterkwast bij.” Weken voordien was er een vraag gekomen om de installatie te zegenen van een fabriek waar ionenvrij water geproduceerd wordt, bestemd voor ziekenhuizen en apothekers. “Excuseer eerwaarde,” zei de man die bedrijfsleider in eigen persoon bleek te zijn, “ik ben blij dat u gekomen bent. Ik vind het heel belangrijk dat u dit wil doen.” Hij bracht me naar een productie-unit boordevol glimmende citernen en leidingen die over de grond liepen. Een wirwar van glimmende buizen in messing waar ik behoedzaam overheen moest stappen om in het hart van de ruimte te geraken. Ik deed mijn stola om en haalde de aspergil, de metalen staaf met het hol metalen bolletje met gaatjes waarin het wijwatersponsje zit, uit mijn tas. Het viel me op dat mijn aspergil uit hetzelfde metaal was vervaardigd als de ganse kiemvrije installatie. Ik zegende de unit inclusief de ketels, de jonge bedrijfsleider, zijn mooie vrouw en dichterbij gekomen personeel. Uit de contrasten werden nog meer gelijkenissen van langsom duidelijker. Een oeroud ritueel met reinigend water bij een hypermoderne installatie voor reinigend water. Een verlangen om bescherming van boven op een aardse plek waar het kleinste foutje elektronisch wordt gemeden. Een dankzeggingsmoment aan God bij een hoge vorm van menselijk kunnen. Een gebed voor zuiverheid in een tijd van virale infectie. Een schijnbaar oude wereld die als een deksel past op het potje van nieuwe technologie. Schepping versus maakbaarheid of de dosis vertrouwen die je altijd nodig hebt als je zoals deze man een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebt en dat niet alleen van jezelf maar ook van elders haalt. De directeur had ergens een ouwerwets kruisbeeld opgediept dat hij na afloop ophing aan de wand. Esthetisch vond ik het als een tang ergens op passen, maar ethisch hangt Hij helemaal op zijn plek. “Ik ben zo content en gerust nu ons water bescherming heeft gekregen”, sms’te de jonge bedrijfsleider ’s anderendaags. Voortaan is geen water hem nog te diep.
Ronald Sledsens