“In onze school vinden we een mengelmoes van allerlei nationaliteiten. De diversiteit is bijzonder groot”, vertelt Walter Van Boxem, directeur van de basisschool Onze-Lieve-Vrouwecollege, vlak bij het Stadspark in Antwerpen. “Daarbij zijn heel wat kinderen van wie de ouders omwille van economische redenen naar België gekomen zijn, zoals de kinderen van Indische afkomst wiens ouders werkzaam zijn in de diamantsector. Daarnaast belanden er de voorbije jaren ook vluchtelingenkinderen op onze school, die omwille van geopolitieke redenen uit Syrië, Afghanistan of oorlogsgebieden in Afrika wegtrokken. Het gaat doorgaans om enkelingen, die vaak onderweg of op een vorige school al wat Nederlands oppikten. Dat is nu wel anders met de kinderen uit Oekraïne, die bij aankomst geen letter Nederlands spreken. Sommigen spraken enkel Oekraïens, anderen ook een mondje Russisch en/of Engels.”
Taal is essentieel
Dat directeur Walter de nadruk legt op taal, is niet toevallig. Het is volgens hem essentieel voor het integratieproces op school van kinderen met een andere afkomst dan de Vlaamse: “Wanneer ze een taal spreken die de (zorg)leerkrachten ook beheersen – bijvoorbeeld Frans of Engels –, maakt dat de communicatie, ook met de ouders, een stuk makkelijker en bevordert dat het verwerven van taalvaardigheid in het Nederlands.” Net zo cruciaal is het welbevinden van die kinderen op school. “In de eerste plaats moeten ze zich welkom voelen, wat zeker niet vanzelfsprekend is als je als kind weinig begrijpt van wat er in de klas gebeurt. Bovendien mogen we niet onderschatten wat ze in oorlogsgebied gezien en beleefd hebben. Sommigen hebben nog familieleden die dagelijks in de loopgraven vechten.”
Vanuit die ervaring volgt de directie van het Onze-Lieve-Vrouwecollege een aantal good practices, in het besef dat er geen standaardtraject bestaat omdat elk kind anders is. Directeur Walter somt ze op:
- De kinderen mogen indien nodig hun eigen taal gebruiken. We werken eraan dat zodat ze evolueert richting Nederlands, maar beseffen dat het tempo verschilt van kind tot kind.
- We plaatsen de kinderen in de klas bij hun leeftijdsgenootjes, om het welbevinden van de kinderen te ondersteunen. Een kind dat zich goed voelt in zijn vel, leert vlotter.
- Indien mogelijk zorgen we voor een buddy in de klas die de moedertaal van de vluchteling spreekt, zodat integratie en communicatie kunnen versnellen.
- We streven ernaar om kinderen zoveel mogelijk de lessen in klasverband te laten volgen, opnieuw om het welbevinden te versterken. Waar dit niet kan, werken zorgleerkrachten individueel of in kleine groepjes met de kinderen.
- De kinderen krijgen een ipad ter beschikking die hen kan helpen om zaken in hun moedertaal te vertalen.
- We nemen compenserende maatregelen bij een aantal leergebieden zoals Frans, spelling, begrijpend lezen.
En het werkt ...
Uit een recent gesprek met enkele uit Oekraïne gevluchte leerlingen onthoudt de directeur alvast dat ze blij zijn met de begeleiding van hun juffen en meesters en zich goed thuis voelen op school. “Spelen met vriendjes, voetballen en turnen vinden ze leuk. Rekenen en Lichamelijke opvoeding zijn hun lievelingsvakken, wellicht omdat aansluiting daar gemakkelijker is. Tegelijk zijn ze erg gemotiveerd om Nederlands te leren.”
“Het doet deugd dat deze kinderen zich in sneltreinvaart ontwikkelen en zich goed voelen op school”, besluit Walter. “Het is niet altijd makkelijk, maar als we samenwerken, lukt het wel.”
Marc Phlips
Lees meer in ‘Relevant’, het magazine van het bisdom Antwerpen.
Abonneren kan via abonnementen.relevant@otheo.be.
Info op www.relevant-bisdomantwerpen.be. Een abonnement kost 45 euro. Met een steunabonnement van 75 euro steek je ons een hart onder de riem.
Een los nummer kost 15 euro. Info op 03 210 08 30.