Ik woon dan wel vlak bij de Groenplaats in Antwerpen, maar van groen is daar weinig te merken. De meeste boompjes op de Groenplaats staan daar overigens te treuren, indien ze al niet van verdriet overleden zijn, wegens geplant in een bedding van beton en asfalt. Bovendien verdwijnen ze elke winter gedurende vier weken onder het plastic zeildoek boven de schaatspiste. Zelfs het standbeeld van Pieter-Paul Rubens wordt dan in de zak gezet. Hoe kan je daar als boom gelukkig zijn? Neen, groen is voor mij niet verbonden met het pastoraal werkjaar in hartje Antwerpen. Wel met de zomervakantie die ik elk jaar doorbreng buiten het Antwerpse. Het liefst midden in Frankrijk. Groen, groener, groenst. Eindeloos uitgestrekte weiden, velden en bossen. Groene vergezichten. Je krijgt ze zomaar cadeau. Ik heb er geen verdienste aan. Ik mag ervan genieten. Erin tot rust komen. Verbinding ervaring. Me thuis voelen.
Een luxe
Voor de vele mensen die in stedelijke gebieden wonen, is groen een luxe geworden. Een geschenk voor wie vakantie kan nemen, een reis kan maken, een tweede huis kan betalen, zijn werk kan stilleggen of op pensioen is. Hoe ver staan we niet af van onze voorouders voor wie het net een luxe was om weg te komen uit de natuur … Ze waren met handen en voeten gekluisterd – letterlijk – aan de grond waarop ze werkten, waarvan ze leefden en waarin ze stierven. Gebonden aan het ritme van de seizoenen, van de dieren of van de gewassen. Ze hebben er hard voor moeten werken om vanuit de natuur een plaats in de cultuur te verwerven. Het ging langzaam, zeker in achtergestelde streken. En het gaat nog steeds langzaam in grote delen van de wereld. Anno 2022 is het erg om nog tot de natuur veroordeeld te zijn, of een slavenbestaan in de natuur te moeten leiden, als was je een werkpaard of een lastdier. Wie midden de natuur vakantie neemt, lekker uitrust en geniet, mag niet hen vergeten voor wie de natuur geen luxe, maar een lotsbestemming is.
Trouwens, waar ligt bij ons in onze contreien de grens tussen natuur en cultuur? Geen landschap, hoe weids en uitgestrekt ook, is nog enkel natuur. Geen vallei of berglandschap ligt er nog onaangeroerd bij. Op elk groen vergezicht heeft de mens zijn stempel gedrukt. Het is werk van mensenhanden. Terwijl ik wandel of fiets, zie ik landbouwers aan het werk. Hun werk houdt niet op. In elk seizoen is het anders. Ze zorgen ervoor dat mijn zomerse vakantielandschap er telkens keurig uitziet, geploegd en gezaaid, gemaaid en geoogst, met kudden koeien of paarden, met goudkleurige zonnebloemen of graangewas. Mijn geliefde Normandische Camembert of Cider valt zowaar niet uit de lucht.
Terecht zijn we vandaag bezorgd voor de natuur. Meer dan ooit voelen we behoefte aan een gezonde leef- en werkomgeving, aan een duurzaam beheer van onze natuurlijke levensbronnen, aan een ecologische bekering. Te veel parameters wijzen in de verkeerde richting. Het is vijf voor twaalf. We kunnen de zaken niet langer op hun beloop laten. De natuur is een zaak van cultuur geworden: van beschaving, van ethisch begrip, van wetenschappelijk onderzoek, van politieke verantwoordelijkheid, van maatschappelijke inzet, van profetische getuigenis en van religieuze bewogenheid. Hieraan kunnen christelijke Kerken best meewerken, zoals paus Franciscus vraagt in zijn encycliek Laudato Si’. Misschien hebben de Fransen op dit punt wel gelijk. Zij breken geen kerken af. Tot in de kleinste parochie laten ze de oude parochiekerk staan, soms moederziel alleen, tegenover hun Mairie op de Place de la République. Hoelang zouden hun landschappen nog groen kleuren, indien een torenspits ze niet verbond met het blauw van de hemel?
+ Johan Bonny
Lees meer in ‘Relevant’.
Abonneren kan via abonnementen.relevant@kerknet.be. Info op www.relevant-bisdomantwerpen.be.
Een abonnement kost 20 euro. Een los nummer kost 5 euro.
Info op 03 202 84 30.