Michel Coppin • salvatorianen
‘Ik ben trots op mijn mensen, die in het lijden wisten te groeien’
Zaterdag 15 mei 2021 wordt in de basiliek van Sint-Jan van Lateranen in Rome pater Franciscus Maria van het Kruis Jordan (1848-1918) zalig verklaard. Frans Jordan stichtte in 1881 het Apostolisch Leergezelschap, dat later uitgroeide tot de broeders en paters salvatorianen. Voor de Belgische afdeling van die congregatie zijn de feestelijkheden welkom, „hopelijk zo min mogelijk gehinderd door coronamaatregelen”, zegt provinciaal Michel Coppin. De provincie kreeg in 2020 immers een „zware klop van de hamer”.
Coppin begon in april vorig jaar als provinciaal, nadat hij die functie al eerder negen jaar lang uitoefende. „Vlak daarna verpleegde ik een confrater met klachten die niet deden denken aan corona. Hij had het echter wel en belandde op intensieve zorgen. Mij konden ze niet testen. Na enkele dagen kreeg ik symptomen, maar ik kwam er goed door. De confrater, pas 72 en een spilfiguur in Scherpenheuvel, overleefde het, maar woont nu met dementieproblemen in een zorginstelling”.
Wat later stierf een salvatoriaan in een woon- en zorgcentrum. „We wisten niet waaraan, maar na vijf dagen overleed de tweede confrater daar aan COVID-19. Er waren nog mensen ziek. Een tijd lang lagen vijf mensen in vijf verschillende ziekenhuizen. Hele dagen belde ik met confraters, artsen, verplegers en familie. Ik kon niemand bezoeken”.
Nog drie salvatorianen overleden, waaraan was onduidelijk, en tussenin werd de nasleep van COVID-19 ook de vader van Michel Coppin fataal. „Zijn krachten waren op. Er niet kunnen bijzijn terwijl hij stierf, was erg”, zegt Coppin. „Ik haastte me van begrafenis naar begrafenis. Toen dat voorbij was, bleek zowat de hele communiteit in Hamont, twintig mensen, besmet. Weer lagen er zes mensen in het ziekenhuis. De oudste stierf. Een sterke man die in Nederland in de pastoraal stond, kwam terecht op intensieve zorgen en kon pas onlangs naar huis, met zuurstofmachine. Anderen werden op slag een stuk ouder. Haast alles ligt nu stil bij ons”.
Michel Coppin wil echter ook de positieve gevolgen van de pandemie koesteren. „Het gemeenschapsleven werd sterker, met meer tijd om te bidden, samen te zijn en te luisteren naar elkaar. Ik ben trots op mijn mensen, die in het lijden wisten te groeien en initiatief namen, op kunstzinnig vlak en in het ondersteunen van confraters”, zegt hij. „In de zwaarste weken kon ik me sterk verdiepen in de Bijbellezing. Ik hield geen preken, maar voordrachten, en deed studiewerk, ook over meditatie, om mezelf en de communiteit inhoudelijk iets nieuws aan te bieden. We groeiden naar elkaar toe, zorgden voor elkaar, vonden verdieping. Van daaruit zullen we nu bekijken wat we nog aankunnen en willen doen”.
(Bovenstaande tekst is een gedeelte van het Dossier van de hand van Jozefien Van Huffel, gepubliceerd in Kerk & Leven, 82e jaargang, nr. 4 (27.01.2021), blz. 10-11)