De voorbije week mochten we zr. Hilde Uyttersprot, onze provinciale, ontvangen in ons huis voor haar jaarlijks bezoek. We maakten van de gelegenheid gebruik om alle vrijwilligers van ons huis uit te nodigen voor een ontmoetingsavond – een dankavond.
De vrouwen van Mensa vormden het onthaalcomité, ieder kreeg een badge opgespeld met een slogan die ons direct in het thema van de avond bracht: ‘Jij verdient een pluim!’ ‘Eén uit de duizend!’ ‘Dankjewel!’ ‘Een dag om te bewaren!’
Na het glaasje kon ieder haar engagement en inzet benoemen, en de betekenis van Mensa verwoorden. Onze engagementsboom in de hall groeide na de groepsgesprekjes. Wat mogen we gelukkig zijn met zoveel gratuite inzet en waardering van velen!
De lange tafel van Mensa stond feestelijk klaar, met 32 schoven we aan. Bisschop Lode Aerts die als vriend van het huis aanwezig was, ging voor in het gebed. Er werd gezellig gepraat, gelachen en zelfs gezongen voor Rik, die deze week 80 jaar wordt.
Een warm fleece-dekentje werd als attentie meegegeven om de ‘warmte’ van deze avond nog lang te bewaren.
Enkele dagen later onthaalden we het bestuur van Vrouw en Maatschappij. In het kader van de wittelintjesactie brachten ze aan Mensa een bezoek. De grote lekkere cake werd aangesneden, en als vrouwen bij elkaar zijn, wordt er menig woordje geplaatst. De internationaliteit van ons huis maakte het allemaal nog zoveel mooier en bracht ons bij ‘de plaats van de vrouw in Brugge, in ons huis, in de wereld’.
Vorige maandag stond onze deur open voor zr. Runita, verantwoordelijke van de jongerenpastoraal in de hoofdraad van onze congregatie. Zr. Runita woont in Rome, maar is Filipijnse. Onmiddellijk werden de handen uit de mouwen gestoken in de keuken om een Filipijns gerecht te serveren. Cristina en Angelie waren gelukkig dit te mogen doen, een aardig woordje Filipijns klonk die avond in huis.
Het was zo druk dat een karaoke-avond voor een volgende gelegenheid zal zijn.
Als besluit mogen we terecht zeggen dat we samen gastvrij deze ‘warme – warmste week’ beleefden, en nog lang zullen bewaren.
Zr. Carina Aerts