Bianca en zr. Lies De Soete trokken met vijf andere dames voor drie weken onder de vlag van Vides naar Sicilië. Jaarlijks komen duizenden Afrikanen via dit eiland Europa binnen. Ze versterkten er Don Bosco 2000, een salesiaanse vzw voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. Machteloos toekijken is geen optie en daarom trokken ze naar Italië in de hoop er iets te kunnen dóén. Tijdens het interview wisselden ontwapenende lachbuien en choquerende verhalen elkaar voortdurend af, tekenend voor wat ze hebben meegemaakt.
Je komt aan in Sicilië en ontmoet jonge vluchtelingen. Hoe verloopt dat?
Bianca: (hilariteit) In ons beste Engels, Frans, Spaans, Italiaans en gebarentaal! Dat was echt grappig.
zr. Lies: Wie je in de ogen hebt gekeken, heeft je geraakt.
Bianca: Maar het blijft surreëel. Ik dacht het door deze reis beter te snappen, maar het lijkt nog altijd alsof ik wat ze vertellen enkel in films heb gezien. Al die verhalen… zo was er iemand die in de woestijn zo’n dorst kreeg, dat hij in een tankstation benzine dronk! Tussen de soep en de patatten denken ze eraan en vertellen ze erover.
zr. Lies: Aan tafel zat ik naast een jongen die knabbelde aan een kippenboutje. Daaruit vloeide meer dan een uur aan reisverhalen uit Libië, waar hij nooit rustig kon eten. Elk moment kon hij er ontvoerd of doodgeschoten worden.
Bianca: Ze spraken erover zonder emoties te tonen… Onbegrijpelijk!
zr. Lies: En voor ons niet altijd gemakkelijk, ik heb achteraf pas het verdriet kunnen toelaten.
Bianca: Vooraf wilde ik alles weten, want in onze media hoor je zoveel, en wat is nu waar? Na enkele dagen ter plaatse viel het op hoe hun verhalen op elkaar gelijken en hoefde het niet meer… Het enige dat ik nog wilde, was plezier met hen maken. Wie zijn verhaal toch even kwijt wou, kon zeker bij mij terecht, maar ik zocht er niet meer zelf naar.
“Vele jongeren willen naar Afrika, maar eigenlijk komt Afrika naar hier.”
Hoe oud zijn ze?
zr. Lies: (lacht liefdevol) In theorie tussen 14 en 18, maar in de praktijk liegen ze in twee richtingen. Enerzijds willen prille tieners niet als kinderen behandeld worden, anderzijds krijgen minderjarigen meer kansen op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs.
Hoe ziet de dag in zo’n kamp eruit?
Bianca: (hilariteit) Opstaan en daarna bidden, dat was wel even wennen. Maar met onze gitaar en vele liedjes was het echt wel leuk. Na het ontbijt begonnen de taallessen. ’s Middags aten we rijst of pasta en daarna siësta!
zr. Lies: Je hebt hen toen leren zwemmen.
Bianca: Ja, aan het water zagen de jongens ons zwemmen en ze waren onder de indruk. Nu lukt het hun ook. Na de siësta startten we met creatievere activiteiten: ik gaf gitaar, Sofie piano, zr. Lies, Marieke en Sintia brachten knutselen verfwerkjes, en zr. Nathalie Afrikaanse muziek/dans. Zij was meester in improvisatie en liet de jongeren op alles wat geluid kon maken, kloppen terwijl zij danste. Het was haast goddelijk hoe ze de hele groep meekreeg in één ritme. De activiteiten sloten we af met een avondgebed om nadien gezellig samen te eten en te zijn.
zr. Lies: Iedereen vond het vooral belangrijk om samen te zijn. Het feit dat we daar waren, dat we het de moeite vonden om met hen om te gaan, betekende zo veel voor hen.
Hoe tonen ze hun dankbaarheid?
Bianca: Letterlijk.
zr. Lies: Door het vertrouwen dat je krijgt. Je zou verwachten dat ze verhard zijn met wat ze jaren hebben meegemaakt. Want hun tocht tot hier duurde werkelijk járen. Zij hadden iets heel positiefs over zich. Heel gelovig ook. Waar je bij ons zou verwachten: “Wat ik allemaal heb meegemaakt, is te erg, God kan niet bestaan”, hebben zij iets van: “God heeft mij bijgestaan in al wat ik heb meegemaakt”.
Bianca: Ze hebben vertrouwen in God en in andere mensen. We kregen vrij snel een band met die jongens. En lachen dat ze kunnen! Zij hebben zo’n ongelooflijk mooie glimlach.
“We botsen misschien wel op verschillen, maar we konden over (bijna) alles met elkaar praten en van elkaar leren.”
Waren er taboes?
Bianca: De rol van de vrouw is in onze culturen erg verschillend. Ik vind vrouwenrechten belangrijk en ging het gesprek hierover niet uit de weg. Zo wilden een stagiaire en ik eens mee voetballen, maar de jongens deden moeilijk. Uiteindelijk zijn ze toch bijgedraaid en dat waardeerde ik.
zr. Lies: Door samen te leven, komen er thema's ter spraken en leer je wat van elkaar…
Bianca: Ja! (hilariteit)
zr. Lies: Ik moest samen met een jongen dozen dragen. Ik geef hem de helft en hij zegt: “Nee, geef maar alles”. Ik: “Nee, ieder zijn deel dat zal wel genoeg zijn”, en hij antwoordde: “Chez nous, les femmes vieilles ne travaillent pas”.
Bianca: (hilariteit)
zr. Lies: Achteraf zijn we daarop teruggekomen en duidde hij dit vanuit respect voor oudere mensen, waar wij wel iets van kunnen leren, maar ik vertelde hem dat je bij ons niet zegt, en al zeker niet tegen een vrouw, dat ze oud is. Niet vanuit een belerende houding, veel meer vanuit: “Ik wil voorkomen dat je iemand beledigt en dat je daar zelf een heel nadelige ervaring door krijgt.” Want uiteindelijk zijn zij buitenbeentjes en zullen ze vaak op negatieve ervaringen botsen.
Bianca: We botsten misschien wel op verschillen, maar we konden over (bijna) alles met elkaar praten en van elkaar leren.
Welke les heb je geleerd?
Bianca: Mijn mama zegt: “Jij bent zoveel rustiger geworden”. Ik was een stresskip en wilde het altijd supergoed doen. Nu kan ik de dingen beter relativeren.
zr. Lies: Ik werd heel sterk geraakt door hun geloof. Zij geloven écht dat God met hen meeleeft en ze zijn zich elke dag van bewust. Ik kan daar wat van leren.
Is er misschien een Bijbelverhaal waaraan je denkt?
zr. Lies: De uittocht uit Egypte en God die zegt “Ik heb het geschrei van mijn volk gehoord”. Die God die de pijn van zijn volk kent en daarin mee op weg wil gaan. Ook zij zijn onderweg naar het Beloofde Land - dat niet zo idyllisch is als ze zich hebben voorgesteld - en ze ervaren echt dat God met hen meegaat. Het duidt hún ervaring en mìjn verlangen om Gods liefdevolle nabijheid voelbaar te maken voor hen.
Bron: Don Bosco Vlaanderen 2018/6, p. 10-12.
Bekijk hier alle foto's!