Op de eerste zondag van de advent zijn we een nieuw kerkelijk jaar ingestapt/stappen we een nieuw kerkelijk jaar in. De evangelist Lucas zal ons dit jaar begeleiden en doorheen zijn evangelie zal Jezus ons aanspreken, inspireren en op weg zenden om op onze beurt Jezus’ blijde boodschap uit te dragen.
Goed nieuws!
Het Griekse euangelion betekent letterlijk ‘goed nieuws’ en wordt sinds de eerste eeuw eigenlijk alleen nog maar gebruikt om te vertellen over Jezus’ leven, sterven en verrijzen. In wat Hij zei, in wat Hij deed – maar ook in zijn dood en opstanding vonden mensen een ‘blijde boodschap’ die inspireerde. Een boodschap om van te leven. Tot op vandaag zijn de vier evangelies een onuitputtelijke bron waaraan we ons als christenen mogen laven. Dit jaar ontdekken we dus Lucas’ versie van het goede nieuws dat Jezus is.
Een verhalenverteller
Lucas is een échte verteller! De mooiste verhalen van en over Jezus die spontaan in ons opkomen, vinden we (enkel) terug in zijn evangelie. Zacheüs, de parabel van de verloren Zoon, de Emmaüsgangers, het Magnificat, de barmhartige Samaritaan, de opwekking van de jongeling bij Naïn … in een mooie en verzorgde taal schreef hij zijn evangelie als een prachtig verhaal bijeen. Lucas is ook de veronderstelde auteur van de Handelingen der Apostelen waar de blik van het Jezusgebeuren ook al wordt opengetrokken naar “wat er nà de opstanding gebeurt”. Elementen daarvan vinden we ook al terug in het evangelie zelf.
Lucas?
De auteur wordt traditioneel aangeduid als een trouwe gezel van Paulus die arts was. Maar wetenschappelijk wordt aangenomen dat het eerder een anonieme auteur is die later de naam en de persoon van Lucas kreeg toegewezen. Dit is niet uitzonderlijk bij geschriften uit die tijd. Het kwam vaker voor dat verdienstelijke – maar anonieme – auteurs een andere naam kregen bij “publicatie” om hun geschrift meer gezag te geven.
Geen ooggetuige
Lucas schreef voor Griekse christenen, niet voor bekeerde Joden. De klemtoon komt dus minder op joodse gebruiken te liggen maar toch is er een grote vertrouwdheid met de Hebreeuwse Schrift – ons Oude Testament. Allicht was Lucas tweede of derde generatie christen: hij zegt zelf dat hij geen ooggetuige is geweest van Jezus’ openbare leven. De datering is rond het jaar 80.
Rode draden in het Lucasevangelie
Lucas’ verslag van het Jezusgebeuren is eigenlijk één groot reisverhaal. “Bestemming Jeruzalem”, zou de titel kunnen zijn. Het evangelie begint klein: in de uithoek van het heilig land. Nazareth. Vandaar gaat het naar het kleine Bethlehem maar eens het verhaal op dreef is en Jezus in Galilea weldoende heeft rondgegaan, gaat Hij resoluut op weg naar Jeruzalem. Daar gebeuren de grote tekenen van lijden, dood, opstanding en hemelvaart.
We ontmoeten een heel erg sociaal bewogen Jezus met een bijzondere aandacht voor de armen, de kleinen, de vreemden, de Samaritanen … de mensen in de marge. Jezus is heel biddend en be-geest-erd om hen nabij te zijn en voorop te stellen in zijn verkondiging en handelen.
Theofilus
Lucas’ evangelie, maar ook zijn Handelingen, zijn gericht tot Theofilus. Veel Bijbelwetenschappers en historici hebben hun hoofd gebroken over wie dit wel zou kunnen zijn. Eén van de verklaringen ligt in de betekenis van de naam van deze bestemmeling. Theofilus is samengesteld door het Griekse theos (God) en philos (vriend). Iemand die ‘vriend van God’ is, of ‘geliefde van God’ … en zijn wij dat niet allemaal? Is er een mooiere manier om ons de komende zondagen te laten aanspreken en inspireren als vrienden van God – door Hem geliefd!