B-cyclus tweede zondag van de veertigdagentijd | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
Zondagen van de veertigdagentijd © Marius Matuszewski_Pixabay

B-cyclus tweede zondag van de veertigdagentijd

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:18
Afdrukken
Geschreven lezingen uit het lectionarium en ingesproken lezingen uit de NBV voor de 2de zondag van de 40-dagentijd (B-cyclus) met commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

 

GENESIS 22,1-2.9A.10-13.15-18

Eerste lezing uit het boek Genesis

In die dagen gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde.

Hij zei tot hem: 'Abraham.'

En hij antwoordde: 'Hier ben ik.'

Hij zei: 'Ga met Isaak,

uw enige zoon, die gij liefhebt,

naar het land van de Moria

en draag hem daar op de berg die Ik u zal aanwijzen

als brandoffer op.'

Toen zij de plaats bereikt hadden die God hun had aangewezen

bouwde Abraham daar een altaar,

stapelde er het hout op,

bond zijn zoon Isaäk vast en legde hem op het altaar,

boven op het hout.

Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes

om daarmee zijn zoon de keel af te snijden,

riep de engel van de Heer hem vanuit de hemel toe:

'Abraham, Abraham!'

En hij antwoordde: 'Hier ben ik.'

Hij zei: 'Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets!

Ik weet nu dat gij God vreest

want gij hebt Mij uw enige zoon niet willen onthouden.'

Abraham keek om zich heen

en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat.

Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op,

in plaats van zijn zoon.

Toen riep de engel van de Heer

voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham en zei:

'Bij Mijzelf heb Ik gezworen

– spreekt de Heer –

omdat gij dit gedaan hebt

en Mij uw eigen zoon niet hebt onthouden,

daarom zal Ik u overvloedig zegenen

en uw nakomelingen talrijker maken dan de sterren aan de hemel

en de zandkorrels op het strand van de zee.

Uw nakomelingen zullen de poort van hun vijand bezitten.

Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde

omdat gij naar Mij hebt geluisterd.'

 

ROMEINEN 8,31B-34

Tweede lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome

Broeders en zusters,

Indien God vóór ons is,

wie zal dan tegen ons zijn?

Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard:

voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd.

En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken?

Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen?

God die rechtvaardigt?

Wie zal hen veroordelen?

Christus Jezus misschien, die gestorven is,

meer nog, die is opgewekt

en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit?

 

MARCUS 9,2-10

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus

In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee

en bracht hen boven op een hoge berg

waar zij geheel alleen waren.

Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd:

zijn kleed werd glanzend

en zo wit als geen bleker ter wereld maken kan.

Elia verscheen hun samen met Mozes

en zij onderhielden zich met Jezus.

Petrus nam het woord en zei tot Jezus:

'Rabbi, het is goed dat we hier zijn.

Laten we drie tenten bouwen,

een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.'

Hij wist niet goed wat hij zei,

want ze waren allen geheel verbluft.

Een wolk kwam hen overschaduwen

en uit die wolk klonk een stem:

'Dit is mijn Zoon,

de Welbeminde,

luistert naar Hem.'

Toen ze rondkeken,

zagen ze plotseling niemand anders bij hen dan alleen Jezus.

Onder het afdalen van de berg

verbood Jezus hun aan iemand te vertellen wat ze gezien hadden,

voordat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan.

Zij hielden het inderdaad voor zich,

al vroegen zij zich onder elkaar af

wat dat opstaan uit de doden mocht betekenen.

 

INGESPROKEN LEZINGEN

(Uit de Nieuwe Bijbelvertaling)

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

- Jean Bastiaens -

Op de berg Moria zul je het wel zien!

De liturgie van deze zondag bevat twee monumentale teksten: de 'binding van Isaak' aan de ene kant, en de 'transfiguratie' aan de andere kant. De korte lezing uit de Romeinenbrief versterkt de link tussen de twee teksten. We moeten ons ervoor hoeden deze teksten ten gronde te willen 'verklaren' en ze zo van hun kracht te ontdoen. We doen er beter aan deze teksten te beschouwen en te zien hoe GOD hier verschijnt in zijn heiligheid. In de twee teksten klinkt er boven op een berg 'een stem uit de hemel'. GOD komt aan het Woord op twee cruciale momenten van de geschiedenis van zijn volk.

Bekijken we de eerste lezing uit Genesis 22. In de Hebreeuwse tekst wordt er een verband gelegd met Genesis 12, het begin van de Abrahamcyclus, want ook daar staat: Ga voor je zelf uit (lèch lecha). Abraham moet in de twee gevallen zichzelf achterlaten, zijn vertrouwde eigen zelf, en een nieuwe (en dus ook onzekere) toekomst tegemoet gaan. In Genesis 12 heet het: 'Ga naar het land dat ik u zal wijzen.' Hier heet het: 'Draag hem op als brandoffer op de berg die ik u zal wijzen'. Tussen Genesis 12 en Genesis 22 legt Abraham een parcours af: een levensweg die tevens een leerweg is. Op die leerweg wordt hij beproefd, negen maal, en de lezing van deze zondag doet Abraham aanbelanden bij de laatste, de tiende beproeving. Het is de ultieme beproeving. Ondertussen weet Abraham wel wat het codewoord lèch lecha betekent: hij moet weer een nieuwe stap zetten, weer iets van zichzelf loslaten. Nu moet hij loslaten wat hem het meest dierbaar is en waarin heel zijn leven en heel zijn toekomst zijn samengebald: zijn zoon Isaak, die hij liefheeft. Op het einde van de leerweg heeft Abraham ten leste gehoorzaamheid geleerd: hij weet dat wanneer GOD roept, er een nieuwe etappe wacht die hij moet gaan, en die hij in vertrouwen mag gaan. Stil hoort Abraham het huiveringwekkende woord aan: 'Ga met je enige zoon naar de berg die ik je zal wijzen en draag hem daar als brandoffer op'. In de Latijnse vertaling van Hiëronymus staat er voor brandoffer: holocaustum.

Abraham en Isaak gaan samen op weg, naar de berg van de Godsontmoeting. Het is de berg Moria, de plaats waar GOD zal voorzien, en het is op deze plaats dat – zo vertelt de Joodse traditie – later de tempel zal verrijzen. Abraham legt het hout op de rug van Isaak. Isaak neemt het aan, ook hij deelt in het vertrouwen van Abraham, ook al is er geen lam te bespeuren dat geofferd zou kunnen worden. Wanneer Isaak door Abraham gebonden wordt, boven op het altaar, en Abraham het mes omhoog heft om het te laten neervallen, ziet Isaak hoe de hemelen zich openen. En samen met Abraham hoort hij een stem: 'Raak de jongen met geen vinger aan!' Abraham en Isaak hebben alles gegeven: hun beider leven, hun beider toekomst, vanuit het vertrouwen dat GOD 'zal voorzien' – want de berg Moria is de berg 'waar JHWH zal voorzien' (vers 14). Deze plek is geheiligd door het vertrouwen dat GOD ons in ons sterven opvangt. Van deze plek gaat zegen uit, voor alle volken, die in Abraham hun voorvader herkennen en die zich zijn leerroute van de tien beproevingen eigen maken.

Op die andere berg, in het Joodse land, klinkt eenzelfde stem uit de hemel, ja zelfs uit de wolk, zoals eertijds in de woestijn toen het volk aan de voet van de berg stond in de woestijn en door GOD op de proef werd gesteld (Ex. 20,20-21). En ook deze stem heeft het over 'de Zoon – de geliefde', alsof Isaak opnieuw hemel en aarde met elkaar in verbinding brengt. De stem uit de wolk maant aan tot luisteren, zoals Abraham dat deed, maar deze aanmaning herinnert ons ook aan de belofte van Mozes dat er een profeet zou opstaan zoals hij dat was (Deut. 18,15). Daar staat Jezus, vervuld van Gods stralende heerlijkheid, in de gedaante van de Mensenzoon die wij verwachten uit de hemel 'bekleed met luister' (Mc. 13,26). Zij zullen komen: Mozes, Elia en Jezus, en de nieuwe tijd doen aanvangen. Maar eerst heeft Jezus nog een weg te gaan: lèch lecha, trek weg, trek verder naar de berg Moria, waar de heilige stad en de tempel staan. Daar zal Hij gebonden worden. Daar zal de hemel zich openen. Daar zal GOD voorzien in toekomst.

 

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT B-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
lectionarium
zondagslezingen
Veertigdagentijd
2de zondag
B-cyclus
NBV

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook