C-cyclus negenentwintigste zondag door het jaar | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
Tijd door het jaar_herfst © Pexels_via_Pixabay

C-cyclus negenentwintigste zondag door het jaar

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op woensdag 22 december 2021 - 9:21
Afdrukken
Geschreven en ingesproken lezingen uit het lectionarium voor de 29ste zondag door het jaar (C-cyclus) met bijhorende commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

 

EXODUS 17,8-13

Uit het boek Exodus

 

In die dagen kwam Amalek aanzetten om Israël aan te vallen.

Toen zei Mozes tot Jozua:

“Kies manschappen uit en trek morgen ten strijde tegen Amalek.

Zelf ga ik met de staf van God in mijn hand

op de top van de heuvel staan.”

Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen.

Hij bond de strijd aan met Amalek

terwijl Mozes, Aäron en Chur de top van de heuvel bestegen.

En zolang Mozes zijn armen opgeheven hield

waren de Israëlieten aan de winnende hand.

Maar liet hij zijn armen zakken dan won Amalek.

Tenslotte werden Mozes’ armen moe.

Toen haalden ze een steen voor hem waar hij op ging zitten.

Aäron en Chur ondersteunden zijn armen,

elk aan een kant.

Zo bleven zijn armen omhoog geheven, tot zonsondergang toe.

En Jozua versloeg Amalek en zijn leger met het zwaard.

 

2 TIMOTEÜS 3,14-4,2

Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan Timoteüs

 

Dierbare,

Blijf bij de leer die gij gelovig hebt aanvaard.

Bedenk wie het waren die u onderricht hebben

en hoe gij van kindsbeen af

vertrouwd zijt met de heilige geschriften;

daaruit kunt gij de wijsheid putten die u leidt tot het heil,

door het geloof in Christus Jezus.

Elk door God geïnspireerd geschrift dient ook

om te onderrichten in de waarheid en dwalingen te weerleggen,

om de zeden te verbeteren

en de mensen op te voeden tot een rechtschapen leven,

zodat de man Gods voor zijn taak berekend is

en toegerust voor elk goed werk.

Ik bezweer u

voor het aanschijn van God en van Christus Jezus,

die levenden en doden zal oordelen

bij zijn verschijning en bij zijn koningschap:

verkondig het woord,

dring aan, te pas en te onpas,

weerleg, berisp, bemoedig,

in één woord,

geef uw onderricht met groot geduld.

 

LUCAS 18,1-8

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

 

In die tijd leerde Jezus in een gelijkenis aan zijn leerlingen

dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.

Hij zei:

“Er was eens in een zekere stad een rechter

die zich om God noch gebod bekommerde.

Er was ook een weduwe in de stad

die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek:

Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.

Een tijdlang wilde die rechter niet,

maar daarna zei hij bij zichzelf:

Al bekommer ik mij om God noch gebod,

toch zal ik die weduwe recht verschaffen

om niet langer geplaagd te worden door haar eindeloze bezoeken.”

En de Heer sprak:

“Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt!

Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen

die dag en nacht tot Hem roepen,

of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven?

Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen.

Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst

het geloof op aarde vinden?”

 

INGESPROKEN LEZINGEN 

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Mozes op de steen

De samenhang tussen de lezingen van deze zondag vindt men niet een twee drie. Daar is een beetje geduld voor nodig, aandachtig lezen, en vooral: vragen stellen aan de tekst. Waarom staat het er zoals het er staat? Laat je verbeelding je te hulp schieten om je voor te stellen waar het verhaalde zich afspeelt, in welke omstandigheden, hoe het tafereel eruit ziet. Met andere woorden: breng door een aandachtige en verbeeldende lezing de tekst tot leven. Biddenderwijs met de tekst omgaan, kan je plotseling de ogen openen voor zaken waar je altijd overheen had gekeken.

Over het lezen van de Schriften en de groeiende vertrouwdheid daarmee (tweede lezing) en het aanhoudende bidden gaat het dan ook op deze zondag. Laten we ons maar verrassen!

De eerste lezing speelt zich af in de Sinaï-woestijn. Het volk van GOD zwerft door de woestijn en wordt onverhoeds aangevallen door een eveneens rondzwervende groep, de nomadische stam van de Amalekieten. Die stam heeft als territorium een deel van de Sinaï-woestijn en het gebied van Edom, ten zuiden van Israël. Behalve het hoeden van de kudden, houden ze zich ook regelmatig bezig met strooptochten. Geen gemakkelijk volkje, en Israël zal het er vaak mee aan de stok krijgen, totdat David het definitief zal weten te onderwerpen.

Het volk dat onder leiding van Mozes en Aäron door de woestijn zwerft, is helemaal niet voorbereid op dergelijke aanvallen. Ze zijn amper georganiseerd. Ze voelen zich kwetsbaar en niet in staat de gevaren het hoofd te bieden. Wie geeft er uitkomst? Telkens weer moet het volk leren dat het zijn vertrouwen mag stellen op JHWH, wiens Naam geduid mag worden als IK-ZAL-ER-ZIJN. Maar dat is moeilijk. Leren vertrouwen als je kwetsbaar bent, is inderdaad een moeilijke leerweg.

Als er dan toch gestreden moet worden, dan zal het niet zijn met ‘paarden en wagens’ (lees: met tanks en wapentuig). Met welke wapens moet het Godsvolk dan strijden? Juist: met de wapens van het vertrouwen, van de standvastigheid, en van het gebed. En zo vinden we hier de absoluut onconventionele voorstelling van een strijd die gewonnen wordt doordat Mozes zijn armen en handen ten hemel strekt. De arm en de hand zijn in de Semitische voorstelling verbonden met kracht en macht. ‘Geloofd zij GOD – die zijn volk wegleidde uit Egypte met krachtige hand en geheven arm’ – zegt de Psalmist (Psalm 136,12). Maar Mozes wordt moe, hij houdt het niet vol, de strijd duurt langer dan verwacht. Dan is er inventiviteit en vasthoudendheid nodig. Jozua en Chur vinden uitkomst en zetten Mozes op de steen: en zo kunnen zij zijn armen gemakkelijk ondersteunen door eronder te gaan staan. Een prachtig zicht! Zolang Mozes zijn armen geheven houdt, is het jonge Godsvolk aan de winnende hand. Mozes’ armen en handen reiken naar de hoge hemel en verwachten vandaar alle steun en hulp.

De evangelielezing sluit met de eerste zin bijna naadloos aan bij dit prachtige tafereel van ‘Mozes op de steen’: Jezus leert zijn leerlingen ‘dat zij steeds moeten bidden en nooit mogen opgeven’. Hij doet dit aan de hand van een leerverhaal van een rechter die weigert zich het lot van een weduwe aan te trekken, hoewel hij daar eigenlijk toe verplicht is – de bescherming van weduwen en wezen geldt in Israël immers als een grondrecht! De weduwe blijft echter bij hem aankloppen, tot vervelens toe, want ze eist haar recht op (en het zal gaan om haar levensbehoud). Op den duur geeft de volstrekt onverschillige rechter toe: ofwel omdat hij voor zijn reputatie vreest (op den duur weet iedereen dat hij weigert een weduwe recht te verschaffen) ofwel omdat hij het aandringen van de vrouw volslagen beu is.

Hierna komt Jezus met de toepassing: als zo’n onverschillige en onrechtvaardige rechter al recht verschaft aan een weduwe, hoeveel te meer zal GOD dan niet tussenkomen ‘voor zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen?’ Het lijkt misschien wel zo te zijn dat het gebed niet onmiddellijk verhoord wordt – dat suggereert het vraagzinnetje dat beter vertaald kan worden met ‘of laat Hij hen soms wachten?’ in plaats van ‘of zal Hij onbewogen blijven?’ Want het kan inderdaad soms lijken dat er geen antwoord komt op ons aanhoudend bidden en smeken. Maar GOD antwoordt wel degelijk, daarop moeten we vertrouwen, zegt Jezus. Alleen antwoordt GOD misschien niet op de tijd dat wij het verwachten en ook niet op de manier waarop wij het verwachten. Want GOD werkt dikwijls anders dan wij vermoeden.

Het laatste zinnetje beaamt dit: ‘Het duurt nu al zo lang en de Mensenzoon is nog niet gekomen.’ Jawel, Hij komt wel, maar niet volgens ons tijdschema. Laat de armen (en de moed) niet zakken!

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT C-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
zondagslezingen
lectionarium
tijd door het jaar
29ste
C-cyclus

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook