De vraag van 12 februari | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
CCV Antwerpen

CCV Antwerpen

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Over CCV Aanbod De vraag van de week Elektronische nieuwsbrief Liturgie en catechese Meer info over basisvorming gebedsleider basisvorming gebedsleiders bij uitvaarten Spiritualiteit en Bijbel Cultuur Diaconie en solidariteit Meer info Rita Boeren Vorming i.s.m. partners Gemeenschapsopbouw vorming voor zorgpastores
      meer info Inge Schellekens
      Aan de slag met Best practices E-Learning Partners CCV in Vlaanderen en Brussel Privacyverklaring CCV Steun CCV Antwerpen Materiaal Inspiratiemap pastoraal project Handelingen
Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail
Over CCV Aanbod De vraag van de week Elektronische nieuwsbrief Liturgie en catechese Meer info over basisvorming gebedsleider basisvorming gebedsleiders bij uitvaarten Spiritualiteit en Bijbel Cultuur Diaconie en solidariteit Meer info Rita Boeren Vorming i.s.m. partners Gemeenschapsopbouw vorming voor zorgpastores
meer info Inge Schellekens
Aan de slag met Best practices E-Learning Partners CCV in Vlaanderen en Brussel Privacyverklaring CCV Steun CCV Antwerpen Materiaal Inspiratiemap pastoraal project Handelingen

De vraag van 12 februari

Laatste aanpassing op donderdag 29 december 2022 - 15:11
Afdrukken
VI ZONDAG DOOR HET JAAR

Mt 5, 17-37

Denkt niet dat Ik gekomen ben om Wet en Profeten op te heffen; Ik ben niet gekomen om op te heffen, maar om de vervulling te brengen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eerder nog zullen hemel en aarde vergaan, dan dat een jota of haaltje vergaat uit de Wet, voordat alles geschied is.  Wie dus een van die voorschriften, zelfs het geringste, opheft en zo de mensen leert, zal de geringste geacht worden in het Rijk der hemelen, maar wie ze onderhoudt en leert zal groot geacht worden in het Rijk der hemelen. Ik zeg u: Als uw gerechtigheid die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
  Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd: Gij zult niet doden. Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht. Maar Ik zeg u: Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: raka, zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin, en wie zegt dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel. Als gij uw gave komt brengen naar het altaar en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar achter, ga u eerst met uw broeder verzoenen en kom dan terug om uw gave aan te bieden. Haast u het eens te worden met uw tegenpartij, zolang ge nog met hem onderweg zijt; anders zou uw tegenpartij u wel eens aan de rechter kunnen overleveren, en de rechter u aan de gerechtsdienaar, en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen. Voorwaar, Ik zeg u: Ge zult daar niet uitkomen, voordat ge tot de laatste penning hebt betaald.
  Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult geen echtbreuk plegen. Maar Ik zeg u: Al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd. Indien uw rechteroog u aanstoot geeft, ruk het uit en werp het van u weg; want het is beter voor u, dat een van uw lichaamsdelen verloren gaat dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. En als uw rechterhand u aanstoot geeft, hak ze af en werp ze van u weg, want het is beter voor u, dat een van uw lichaamsdelen verloren gaat dan dat heel uw lichaam in de hel terecht komt.
  Ook is er gezegd: Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief geven. Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot, behalve in geval van ontucht, brengt haar ertoe echtbreekster te worden; en wie een verstoten vrouw huwt, begaat echtbreuk.
  Eveneens hebt gij gehoord, dat tot onze voorouders gezegd is: Gij zult geen valse eed doen, maar gij zult voor de Heer uw eden houden. Maar Ik zeg u in het geheel niet te zweren; noch bij de hemel, want dat is de troon van God; noch bij de aarde, want dat is zijn voetbank; noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning. Ook bij uw hoofd moet gij niet zweren, want gij kunt niet een haar wit of zwart maken. Maar uw ja moet ja zijn en uw neen, neen; en wat daar nog bij komt, is uit den boze.


 "De vraag van de week"

Hoe beleef ik in de praktijk het “meer” waartoe Jezus me uitnodigt?

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook