Lucretia Wastiels vond 19 jaar geleden haar roeping als pastor in AZ Zeno. Enkele maanden geleden ging ze met pensioen. In ons gesprek polsten we hoe het nu met haar gaat en wat de volgende levensfase haar brengt.
Lucretia, hoe blik je terug op de jaren dat je in het zorgpastoraat werkte?
Ik heb de wereld, de mensen en hun beleving van het geloof enorm zien veranderen. En al die veranderingen waren uiteraard ook voelbaar in het ziekenhuis. Om een voorbeeld te geven: Ik ben gestart vanuit een duidelijk christelijke identiteit, maar doorheen de jaren moest ik hier steeds meer voor opkomen. Het vroeg veel moed van mij om mijn eigen kwetsbaarheid te tonen. Gelukkig heb ik mijn identiteit nooit moeten verdoezelen. Ik ben dan ook dankbaar dat het management dit toeliet.
En die dankbaarheid kan ik doortrekken naar mijn jaren als pastor in het algemeen. Ik hou van mensen. Mensen zijn zo kostbaar, breekbaar, kwetsbaar. Als pastor hen nabij mogen zijn, hen mogen verwelkomen als gast (ik bij hen en zij bij mij), samen met hen hun pastorale en/of existentiële vragen mogen ontdekken… Ik heb het ervaren als een geschenk om mij ‘bewogen te kunnen bewegen’.
Welke boodschap heb je voor collega-pastores?
Voor mij is het belangrijk dat je als pastor de mensen graag ziet en dat je voor hen voldoende innerlijke ruimte vrijmaakt. Ik heb bijvoorbeeld geleerd om écht aanwezig te zijn bij iemand en nog niet te denken aan het volgende bezoek. Hierbij hoort ook een stukje ‘zelfrelativering’. Doorheen de jaren merkte ik immers dat wij als mens veel meer doen dan onze ziel, onze innerlijke ruimte eigenlijk als ritme aangeeft. Ik heb mezelf dan ook dikwijls moeten zeggen: ‘Er zijn heel veel mensen die ik niet kan zien’ en ‘ik word gestuurd naar die mensen die me nodig hebben’. Hierdoor leerde ik erop vertrouwen dat elke ontmoeting die er is geweest voor die persoon betekenisvol geweest kan zijn.
Op welke manier maakte jij innerlijke ruimte vrij voor zorgvragers?
Mij openstellen voor mijn innerlijke ruimte, mijn ziel… lukte voor mij het best dankzij mijn dagelijkste stiltemomenten (gebed, meditatie…) die ik ofwel na een gesprek en/of thuis/in de natuur… inlaste. De stilte kan je ook helpen om je de talenten en gaven die verborgen in jou liggen, te ontdekken, waardoor je die nog beter kunt inzetten voor anderen. Maar ook het omgaan met onmacht groeide dankzij de stilte. Ik heb me hierin altijd gedragen geweten door de Heilige Geest. Ik kon de onmacht, de zorgen… terug afgeven. En ik vertrouwde erop dat de Heilige Geest de patiënt, voor wie ik aan het bidden was, verder zou dragen.
Wat blijft je inspireren?
Voor mij is de Heilige Geest de zuiverste inspiratiebron. Maar er zijn natuurlijk ook boeken die mij inspireren. Vooral de boeken van ‘Thomas Moore’ hebben mij geraakt:‘Zorg voor de ziel. Naar toewijding in het dagelijks leven’ en ‘Zorg voor de ziel bij ziekte’. Deze psychotherapeut legt de link tussen de ziekte en de mens als geheel. Ik zie veel gelijkenissen tussen dit boek en het programma ‘Restaurant misverstand’. In dit programma werken mensen met jongdementie (onder begeleiding) in een restaurant. En wat stellen menig kijkers vast? Er zit nog zoveel vitaliteit in deze mensen. Het is voor mij opnieuw een bevestiging van de manier waarop ik naar mensen kijk: als je aandacht besteedt aan de mens achter de ziekte kunnen zij nog veel betekenis ontdekken in hun leven.
En dat probeerde ik als pastor ook dagelijks te doen. Ik heb één mooie gave: ik kan goed luisteren. Door het verhaal van mensen aandachtig te beluisteren, probeerde ik mensen opnieuw in hun kracht te zetten. Ik zei bijvoorbeeld: ‘Je bent ziek, maar ik voel aan alles wat je vertelt en hoe je spreekt over jouw familie dat je nog heel veel voor jouw familie betekent’. Soms schrokken mensen hiervan, maar dan bekrachtigde ik hen: ‘Het is niet omdat je palliatief bent, dat je geen grootmoeder meer bent'.
Wat brengt deze nieuwe levensfase?
Ik heb er vertrouwen in en ik hoop dat ik het gebaar van goedheid mag verder dragen. Het zal voor andere mensen zijn, maar ik hoop dat de pastor in mij nooit volledig met pensioen gaat. En bij elke mens die ik mag ontmoeten - momenteel vooral vanuit mijn vrijwilligerswerk in Poverello - ga ik dat proberen verder uit te dragen. Ik wens mijn collega's in het zorgpastoraat en jullie team trouwens alle goeds toe.