Reeds tien jaar lang overbrugde Carine Baert de afstand van Heule naar Brugge, voor haar werk als zorgpastor bij de woonzorgcentra van Mintus. Deze zomer nam ze afscheid. We blikken met haar terug.
Carine, jij kwam als zij-instromer in het zorgpastoraat terecht. Hoe ben je ertoe gekomen om deze weg in te slaan?
In mijn tienerjaren was ik al geïnteresseerd in geloof en zingeving. Iedere godsdienstleerkracht raakte me, omdat zij echt stonden voor “Wie ben jij als leerling?”. Hun aanpak voelde ruimer aan dan de focus op 'een vak aanleren'. Dat vond ik erg fijn. Ik spaarde in die jaren ook steevast mooie, inspirerende teksten die ik tegenkwam. Maar ik deed er verder niets mee, want ik zag mezelf geen leerkracht worden.
Ik werd verpleegkundige en daarnaast ook medische pedicure. Beide beroepen deed ik met plezier. Toch begon er stilaan wat twijfel de kop op te steken: “Is dit wat ik de rest van mijn carrière wil doen?”. Toen het woonzorgcentrum waar ik in de nachtdienst werkte, een pastor in dienst nam, wist ik: “dit is wat ik wil doen”. Vanuit mijn verlangen om mensen nabij te zijn, ben ik op zoek gegaan naar opleidingsmogelijkheden. Onder meer voormalig vicaris Kris Depoortere, zette me op weg.
Het was dus een weg die aanvankelijk met wat twijfels gepaard ging, maar achteraf gezien heb ik geleerd dat wanneer je je openstelt voor wat er op je pad komt, er soms een nieuwe roeping op je wacht.
De opleiding tot pastor vraagt een grote inzet. Hoe heb jij dit ervaren?
De timing was voor mij perfect. Als twintiger was ik vooral gericht op ‘doen’. Als hulpverlener wilde ik iets concreets kunnen doen en richtte mij vooral op het lichamelijk lijden van mensen. Verpleegkundige worden was dus een logische keuze. Maar naarmate de jaren verstreken, besefte ik dat er ook menselijk leed is dat je niet kunt oplossen. Vroeger had ik daar moeite mee. Naarmate ik zelf ouder werd, leerde ik dat in sommige situaties, wanneer er niet zomaar een oplossing mogelijk is, luisteren meer kracht geeft dan handelen. Het was goed dat ik eerst levenservaring opdeed.
Ik leerde dat in sommige situaties, wanneer er niet zomaar een oplossing mogelijk is, luisteren meer kracht geeft dan handelen.
Daarnaast waren onze kinderen inmiddels volwassen. Onder impuls van mijn man, verdeelden we de huishoudelijke taken, zoals koken, wat me de ruimte gaf om te studeren. De steun van mijn gezin was onmisbaar. Ook het vertrouwen van anderen in mijn roeping om pastor te worden, gaf me de motivatie om de opleiding succesvol af te ronden.
Hoe blik je terug op je periode als pastor?
Dankbaarheid is het woord dat alles samenvat. Het verbaasde me soms hoeveel je kunt betekenen voor mensen, vooral voor degenen met een klein sociaal netwerk. Zorgpastor zijn gaat voor mij over mensen graag zien, wat ook de kern is van Jezus’ boodschap.
Ik ben ook dankbaar voor de goede samenwerkingen in de woonzorgcentra waar ik werkzaam was. Zo herinner ik me een vrouw zonder kinderen die veel tegenslag had gekend. De sociaal werker, moreel consulent, een vrijwilliger, ikzelf, … gingen regelmatig langs en na een tijdje zei ze: “jullie zijn mijn familie nu”.
Het is ook fijn als je voelt dat je medewerking hebt van collega’s van andere disciplines en van vrijwilligers, bijvoorbeeld doordat mensen tijdig klaargemaakt worden voor en gebracht worden naar de eucharistieviering. Het deed me deugd dat het belang hiervan erkend werd en dat dit voor de bewoners mogelijk gemaakt werd. Het zijn vruchten die je soms pas na een tijdje kan plukken, want toen ik startte was de functie nog nieuw in de organisatie en was het wel wat zoeken naar mijn plek. Maar ik blik tevreden en dankbaar terug.
Ook de goede samenwerkingen met de verschillende priesters met wie ik doorheen de jaren mocht samenwerken, dragen hiertoe bij. Ik kreeg de vrijheid om de maandelijkse eucharistievieringen voor te bereiden, waarbij ik trachtte ervoor te zorgen dat deze aansloot bij de leefwereld van de bewoners. Het is fijn dat de priesters me het vertrouwen gaven om dit te doen.
Wat vond je zelf belangrijk als pastor?
Voor mij was het vooral de open houding waarmee ik naar mensen toe ging. Als pastor wou ik er zijn voor iedereen die dit wenste. Natuurlijk bezocht ik gelovigen voor een aantal specifieke zaken, zoals de communie, maar ik maakte altijd duidelijk dat ik ook beschikbaar was voor mensen die zoekend zijn, niet gelovig zijn, een andere levensbeschouwing hebben, … Ook zij waarderen vaak een gesprek waarin ze hun verhaal kunnen doen.
Het behoort tot je professionaliteit als spiritueel zorgverlener om te zoeken, om te voelen waar mensen behoefte aan hebben en je op hen af te stemmen.
De samenwerking met de moreel consulent was hierin waardevol. We gaven bewoners de keuze wie van ons langs zou komen, verwezen naar elkaar door, en vulden elkaar aan waar nodig. Deze aanpak creëerde een ruimte waarin iedereen zich gehoord voelde.
Soms moet je mensen ook durven uitnodigen. Doorheen de jaren heb ik ook mensen ontmoet die omwille van ontgoochelingen wat meer afstand genomen hadden van de kerk. Ik vond het in zo’n situaties steeds jammer dat ze het kind met het badwater weggooiden en probeerde dan terug te keren naar de kern van het geloof. Ik hield er aan om ook deze mensen uit te nodigen voor de viering. Natuurlijk wel op een heel open, vrijblijvende manier, zodat ze zelf kunnen kiezen of ze al dan niet op de uitnodiging wensen in te gaan. Deze keuzes heb ik ook altijd gerespecteerd. Maar ik vond het wel belangrijk om hen uit te nodigen, de kans te geven om terug aansluiting te zoeken.
Welke tip zou je (toekomstige) pastores meegeven?
Het is belangrijk om te beseffen dat je, wanneer je een kamer binnengaat, iemands persoonlijke ruimte betreedt. In de woorden van het evangelie: "Je komt op heilige grond, doe je sandalen uit." Een nederige houding is daarom essentieel. Vraag of je mag binnenkomen, of je bij het weggaan de deur open mag laten of moet sluiten, … Dat soort ogenschijnlijk kleine zaken, zijn net heel belangrijk. En dat je het contact aangaat vanuit oprechte belangstelling.
Daarnaast is het belangrijk om kritisch te blijven en te durven bijsturen. Als iets niet goed werkt, zoek dan naar een alternatief dat beter aansluit bij de bewoners. Dit is een continu proces van afstemming en verbetering. Wanneer bijvoorbeeld tijdens een viering opviel dat bewoners een lied niet konden meezingen, zocht ik een alternatief dat beter gekend was, maakte ik een liedboek met teksten in groter lettertype, voegde ik beeld toe om meer zintuigen aan te spreken, … En zo stem je je aanbod steeds beter af op de doelgroep. Maar dat blijft een continu proces.
Initiatief nemen is ook cruciaal. Zo kreeg ik op een gegeven moment te horen dat de herdenkingsmomenten afgeschaft zouden worden, omdat we hier te weinig familie mee bereikten. Maar herdenken blijft wel een belangrijke nood. Ik stelde voor om de herdenkingsmomenten te heroriënteren en aan medebewoners aan te bieden en dit bleek heel waardevol. Of toen ik tijdens mijn opstartperiode in een woonzorgcentrum, zodanig carte blanche kreeg, dat ik me begon af te vragen of er wel interesse was in wat ik deed, ging ik zelf gaan vertellen aan de directie wat ik deed, met veel enthousiasme. Het resulteerde in een fijne verstandhouding. Wees dus niet bang om in gesprek te gaan, ideeën te delen, iets nieuws te proberen, … .
Tenslotte, wees bereid om los te laten. Soms zal een contact oppervlakkig blijven, en dat is ook prima.
Wat bleef jou drijven als pastor?
Dat het beluisterd worden mensen zin en betekenis kan geven.
Door naar mensen toe te gaan en hun verhaal te beluisteren, maak je voelbaar dat ze ertoe doen. Vaak hoor je dan wat hen echt bezighoudt, zoals terugkerende verhalen die op hun hart liggen.
Moeilijker was het als bewoners klaagden over medewerkers die te weinig tijd hebben. Zelf heb ik ook als verpleegkundige gewerkt, dus ik ken ook de andere kant. Ik voelde me dan soms tussen twee partijen staan, omdat ik beide begrijp. Door mijn eigen ervaring kon ik het wel plaatsen.
Wat brengt de nieuwe levensfase?
Het was niet makkelijk om bewoners te vertellen dat ik stopte als pastor, maar hun begripvolle reacties raakten me. Ze zeiden: "Je hebt gelijk, je wordt bijna zestig, ga nog maar wat genieten van meer tijd samen met je man."
De afgelopen jaren ben ik vaak geconfronteerd met kwetsbaarheid, zowel bij bewoners als in mijn persoonlijke omgeving. Dit heeft me doen besluiten om, nu mijn man bijna met pensioen gaat, mijn werk als pastor los te laten en zo wat meer tijd vrij te maken. Ook voor mijn moeder, die vijventachtig is en nog steeds thuis woont, en voor mijn volwassen kinderen wil ik er zijn.
Hoewel het moeilijk is om dit hoofdstuk af te sluiten, ben ik blij dat ik het werk kan overdragen aan twee opvolgers. Ik wens hen dezelfde voldoening toe die ik heb mogen ervaren en ben dankbaar voor de kans die ik heb gekregen om tien jaar als pastor te mogen werken in de woonzorgcentra. Met een dankbaar hart begin ik aan deze nieuwe fase in mijn leven.
Dankjewel, Carine, voor alles wat je betekende als zorgpastor. Je was een steun voor vele bewoners en familieleden, en ook collega’s konden altijd op je rekenen. Dankjewel voor je verbindende en attente aanwezigheid! Veel succes aan Alicia Vermeulen, Petra Decock en Elke Janssoone, die als zorgpastores het werk verder zetten bij Mintus.