Waarover gaat het?
Vormsel heeft te maken met ons geloof, met ons leven in de kerk, met onze taak in de wereld. Toen wij gedoopt werden, hebben onze ouders, peter en meter gezegd: "Wij geloven en wij willen dat ook ons kind christen wordt". Op de leeftijd van het vormsel waren we oud genoeg om het zélf en persoonlijk te zeggen: "Ik geloof en ik wil leven als christen." Het vormsel heeft inderdaad maar zin als we er persoonlijk achterstaan. De voorbereiding daartoe gebeurt in kleinere of grotere groepen, onder begeleiding van gemotiveerde catechisten. Doorheen gesprekken en gezamenlijke activiteiten proberen onze vormelingen de vragen en problemen van het eigen leven beter begrijpen, ze te verstaan vanuit het geloof in Jezus en ermee om te gaan. Tegelijkertijd wordt daardoor ook een hechtere band aangegaan met andere gelovige christenen én met de parochie. Men kan immers nooit alléén christen zijn maar slechts in gemeenschap met anderen.
Het lijkt soms een bekoring te verlangen dat onze vormelingen reeds volledig "gevormd" zijn op hun twaalf jaar. Ze zouden reeds "perfecte" christenen moeten zijn. Maar zo werkt het niet. Vandaag niet en ook vroeger niet. Sommigen worden wel gevormd maar zijn nog niet echt rijp om te kiezen. Anderen zijn er gewoon niet mee bezig en hebben andere interesses.
En toch is het goed dat ze die stap zetten naar hun Heilig Vormsel. Uiteindelijk is een mens voorzeker nooit volledig klaar met zich te vormen, met iets bij te leren en ook niet met het af zijn op de weg van het geloof. Een mens krijgt zelfs een gans leven om te groeien in verbondenheid met de Heer. En laten we het niet vergeten: het zijn niet alleen onze vormelingen, die voor deze weg gekozen hebben, er zijn ook hun ouders en... is er ook God die met hen een engagement aangaat. Wij mogen een leven lang op zoek gaan en ontdekken wat Gods Ja-woord aan ons kan betekenen maar niet nalaten ook onszelf te bevragen of ons ja-woord aan God in ons doopsel en vormsel nog enige kracht van betekenis heeft.
Wat kan het vormsel betekenen?
Het is een vraag, die onze vormelingen zélf maar ook hun ouders en velen onder ons zich wel eens stellen. Je bespeurt niet meteen grote veranderingen.
En na je vormsel voel je je niet meteen zo heel anders dan voorheen...!?
Blijkbaar heeft ook Jezus, die ook Christus genoemd wordt, wat betekent "De Gezalfde" (Hij was toch dé Gezalfde bij uitstek) niet meteen de hele wereld in beweging gebracht. Hij heeft zelfs niet eens de grote volksmassa's kunnen bezielen. Slechts een kleine groep mensen hoorde bij Hem en ging met Hem mee. Maar Hij had aandacht voor de nood, het lijden en de zorgen van elke mens, die Hij toevallig tegenkwam. Onderweg ontmoette Hij een zieke, een blinde, een melaatse, een vrouw vol zorgen, die water kwam putten, een bekende zondares, een ontevreden belastingscontroleur, spelende kinderen en zovele anderen. Steeds was zijn eerste en dikwijls ook enige vraag: "Wat kan ik voor je doen?" Geen grote dingen, geen grote woorden maar gewoon een vraag van diepmenselijke belangstelling.
Misschien een tip voor onze vormelingen. Ook na hun vormsel moeten zij niet meteen de grote wereld willen veranderen of verbeteren. Dat zou ook niet kunnen! Maar er is ook die kleine wereld, die gewone, dagelijkse leefwereld.
Misschien kunnen ze daar wel iets bijzonders doen. Misschien kan hun kleine positieve bijdrage de aanzet zijn voor een betere sfeer op school, in de klas, in de buurt, de jeugdbeweging, op het sportterrein. Het "gewone" op een "buitengewone" manier proberen te doen.
Elkaar blijven ondersteunen
Jongeren en volwassenen ontmoeten tegenwoordig in hun vrienden- en kennissenkring dikwijls mensen, voor wie God niets meer betekent en die toch tevreden zijn met wat ze hebben en wat ze zijn. Die mensen vormen een bijzondere uitdaging voor het geloof. Meer dan ooit moeten christenen in deze tijd hun geloof voor zichzelf en voor anderen rechtvaardigen en verantwoorden. Daarom is het niet slecht dat ouders en jongeren elkaar ook blijven ondersteunen in hun geloof, dat zij moeilijke levensvragen niet zomaar uit de weg gaan en ook eens hun eigen geloofsinzichten en geloofsbeleving grondig durven bevragen.
Belangrijk hierbij is ongetwijfeld ook de geregelde ontmoeting met de Heer in de eucharistie. Bij de "Bron van eeuwig leven" ontvangen we de nodige kracht en inspiratie om vol te houden. We mogen er zijn Woord van Leven komen beluisteren en in ons opnemen, we ontvangen in de Heilige Communie zijn Brood als hét voedsel dat we nodig hebben om ons te helpen, te sterken en te heiligen op onze levensweg.
Vele van onze vormelingen deden hun best om, tijdens de catecheseperiode, ook zeer geregeld aanwezig te zijn in de wekelijkse eucharistievieringen. Daarvoor onze beste dank en onze gelukwensen. Maar na het feest van het vormsel begint het echte feest... het feest van het leven. We hopen en bidden dat Gods goede Geest hen levenslang mag sterken en begeleiden.
Pastoor Marc