Welzijnszorg komt nu meer in het nieuws onder de naam “Samen tegen armoede”. De slogan die ze dit jaar gebruiken luidt: “1 op 5 loopt school in de buitebaan”. En als je een stadion kent dan weet je dat je op buitenbaan moest je op één lijn starten meer afstand moet afleggen en zo zou achterop geraken. 1 op 5 dreigt dus achterop te geraken. Dit jaar staan de ogen dus gericht op het belang van onderwijs en wordt er gekeken naar manieren om via onderwijs zoveel mogelijk mensen in armoede te helpen.
In Harelbeke, veel minder in Hulste, Bavikhove en Stasegem, zien we een toename van kinderen in armoede. Die kinderen komen uit verschillende achtergronden en hebben allemaal nood aan een aangepaste begeleiding. Daarvan zijn er kinderen van vreemde origine die een leerachterstand kunnen hebben omdat ze minder de taal machtig zijn. Het kan een bijkomend probleem zijn dat een groep minder gemakkelijk contact heeft met de school. In enkele scholen zijn er de babbeltafels om ouders van vreemde origine te helpen met het kennen van het Nederlands en beter te betrekken bij het schoolgebeuren. Alle scholen doen hun best om via de directeur, de zorgleerkracht en de leerkrachten kinderen en ouders te bereiken en te begeleiden. In Kortrijk heeft men een interessante hulp gevonden: de brugfiguur.
In de huiswerkklas ingericht door de Spie, waar de laatste tijd veel kinderen naar toe komen, zien we ook de nood bij enkele kinderen groeien om ze beter te begeleiden. (Vorige week woensdag hadden we 26 kinderen). In die groep van vrijwilligers van de huiswerkklas hebben we alvast enkele mensen die les geven of gegeven hebben en ook in het bestuur zitten of gezeten hebben. Vandaar dat ik op bezoek ging bij Henk Van der Wijngaart en Walter Vandenbulcke. Henk is nog steeds secretaris van de scholengroep KBK (Katholiek Basisscholen Kortrijk) en was vroeger directeur en taakleerkracht van Onze Lieve Vrouw van Bijstand. Walter was leerkracht in Sint Jozef en later ook in het bestuur van die school.
Doordat er drie scholen ophielden die veel mensen hadden met andere origine moesten die kinderen een andere school zoeken en gingen ze naar de dichtstbijzijnde scholen en vooral dan naar Sint-Jozef. Zo veranderde een witte school in een korte tijd in een zeer gemengde school tot op een moment dat er kinderen van 80 nationaliteiten samen zaten in die ene school.
De Sint Jozefschool was in oorsprong een broederschool. Die broeders zagen de noodzaak bij het groeiend aantal vreemdelingen en kansarmen in hun school om te zoeken naar een oplossing om contacten te leggen met die ouders. Zo betaalden ze zelf iemand die meer contact met ouders en school had: een brugfiguur. Die vrouw stond aan de ingang van de school en bood hulp en had in de school zelf ook inspraak bij de leerkrachten.
Intussen heeft stad Kortrijk deze werkwijze nagekeken en overgenomen. In Kortrijk werkt men met brugfiguren: Iemand erbij naast de vele anderen: de directie, de leerkrachten, de zorgcoördinator en zo meer... Brugfiguren zijn er in Sint-Jozef, in Sint-Theresia en het Fort. Er werd gekeken waar er de grootste noden waren om die te plaatsen.
Wat doet een brugfiguur?
- Hij of zij legt contact met de ouders, dit kan ook door een koffie- of onthaalmoment en door contacten te leggen met de buurt. Hij helpt ouders ook met doorverwijzing of hulp die niet onmiddellijk te maken heeft met school en leren. Zoekt om meer contacten te leggen tussen leerkrachten en ouders en zoekt om meer ouders te betrekken bij de school (vergelijkbaar met de praattafels te Harelbeke).
- Hij of zij (door stad aangenomen) is volwaardig lid van het team, maakt de leerkrachten bewust van alle problemen en reikt ook hulpmiddelen aan om beter om te gaan met kinderen in armoede of van vreemde origine.
- Bemiddelt veel, kent beter de situatie van mensen in armoede en zoekt naar meer integratie.
- Hij of zij heeft contact met het OCMW en doet school en andere instanties beter samen werken om armoede te bestrijden en vooroordelen weg te werken.
- Concreet wordt er gekeken naar tussenkomst bij de warme maaltijden, buitenschoolse opvang en speciale activiteiten.
In de laatste Visie (van vrijdag 16 november) was er een artikel over de Sint-Jozefschool. Daar maken ze soep voor alle kinderen. Enkele ouders helpen die dagelijks maken. De groenten krijgen ze van winkels. Er is dan niet enkel soep maar ook de verbondenheid groeit tussen school en ouders.
Dit is een voorbeeld van hoe een school met een brugfiguur ook een brede school wil zijn. De buurt en ook de ouders worden in van alles betrokken met het schoolleven. Zo was er in die school ook een tijdje huiswerkbegeleiding aan huis en dit met vrijwilligers. Zo is er speelpleinwerking op sommige vakantiedagen. Zo wordt de school ook een thuis voor andere verenigingen. Een school staat altijd in een buurt en hoe meer die buurt er ook een thuis krijgt hoe meer ook mensen die de schoolcultuur minder kennen betrokken geraken en men zich beter voelt. Met een brugfiguur en de keuze voor een brede school helpt men niet enkel het kind maar ook een gemeenschap.
En dan nog even over schoolbesturen (let wel vanuit een getuigenis vanuit de werking in Kortrijk.)
Op het schoolbestuur zijn de directeurs aanwezig en is er telkens één bestuurslid die voor één school meer aandacht heeft. Er wordt verwacht dat die contact hebben met directie, de leraren en het oudercomité om zo signalen op te vangen en er in het schoolbestuur aandacht voor te hebben. Het is echter moeilijk om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen als het gaat om eenzelfde prijs aan te bieden voor de schoolmaaltijden alsook voor de naschoolse opvang. De scholen hebben ook een eigenheid. Het bestuur hoort vaak iets over kansarmoede maar weet minder over de concrete werkingen daarrond.
Brugfiguren is een kans. Maar daarnaast zijn er nog vele andere mogelijkheden. Als er maar concreet iets gedaan wordt om ouders beter te betrekken en gekeken wordt hoe ieder, ook de mens in armoede, mee kan doen. We hebben het niet concreet gehad over andere oplossingen voor schoolrekeningen. Dit zou nog een heel ander artikel geworden zijn. Wel is het zo dat met dit jaarthema er vanuit de dekenij een brief zal gestuurd worden naar alle scholen en schoolbesturen om er meer aandacht voor te hebben. Die brief gaat dan concreet over boekenaankoop, uitstappen, opvang, mogelijkheid voor het gebruik van internet en zo meer.
Ik dank Walter en Henk voor de babbel en hun verhaal vanuit Kortrijk.
Wilfried