Slijpe heette oorspronkelijk Arleboudskapelle. Die naam verwijst naar heer Arleboud die rond 1100 in de buurt van zijn hof een kapel bouwde op leengronden van de Graaf van Vlaanderen. Rond de kapel die toegewijd was aan Sint-Niklaas groeide het dorp Arleboudskapelle. Slijpe was toen nog de naam van het getijdengebied rond het dorp en werd pas in 14e eeuw de naam van het dorp zelf. De Sint-Niklaaskapel groeide snel uit tot een onafhankelijke parochiekerk, afgesplitst van de moederparochie Leffinge. In 1137 streken de Tempeliers neer in het dorp. Deze religieuze ridderorde, in het leven geroepen om de pelgrims naar het Heilig Land te beschermen, kreeg tal van bezittingen (kerken, kapellen, boerderijen, gronden en gebouwen) van de graaf van Vlaanderen, die de tempelorde zeer genegen was. Zo kwam ook de Sint-Niklaaskerk in handen van de Tempeliers. In de 13e eeuw bouwden ze het Groot Tempelhof, dat in Vlaanderen uitgroeide tot een economische machtsbasis. Het Tempelhof had de uitstraling van een klein klooster met een hoofdhuis, een kapel, een gastenverblijf, een scriptorium en grote schuren. (bron: www.middelkerke.be)