Wat betekent het begrip 'catechese'?
Catechese is ‘groeien in geloof’ – en dat doet elke christen tot aan zijn sterven. Catechese is blijven groeien in de ontmoeting met Jezus Christus. Catechese is daarom bij voorkeur gericht op alles wat met het christendom te maken heeft – naast de verkondiging en de inleiding in de Schrift en de Traditie gaat het dus ook om ingewijd worden in en kennis maken met diaconie, liturgie en gemeenschapsopbouw en –vorming. Ook daar ontmoeten christenen Jezus Christus. Catechese blijft best gericht op de buitenwereld en is geen loutere binnenkerkelijke aangelegenheid - het gaat niet enkel over 'Kom en zie', maar ook over 'Ga je mee op weg?'. Het begrip gaat dus ook over veel meer dan enkel mensen begeleiden op weg naar het ontvangen van sacramenten. Het blijft zeker ook niet beperkt tot enkel kinderen en jongeren - iedereen kan mee op weg genomen worden om te groeien in geloof, ook volwassenen. Alle leden van de geloofsgemeenschap gaan met elkaar op weg in en naar de ontmoeting met Jezus Christus.
Het is noodzakelijk om hier een citaat van paus Franciscus voor het voetlicht te brengen: “Laten we naar buiten treden om aan allen het leven van Jezus Christus aan te bieden” (De vreugde van het Evangelie, nummer 49). Christen worden, kennis maken met wat het christendom is en met leerling worden van Jezus Christus, kan niet anders zijn dan een brede, open activiteit, gericht op de buitenwereld, zeker in gebieden en contexten waar de Kerk een minderheidspositie inneemt.
Wat is dan de verhouding met 'evangelisatie'?
Verbonden zijn de termen evangelisatie en catechese in de permanente opdracht tot de verkondiging van het kerygma, de kern van het christelijk geloof. De paus beschrijft het kerygma in de exhortatie Christus vivit als “deze drie waarheden – God houdt van je, Christus is je redder, Hij leeft”. Deze verkondiging moet blijven klinken, ongeacht de leeftijd van de toehoorders en ongeacht of iemand reeds lang of recent gedoopt is. Ook paus Johannes Paulus II beschreef de verkondiging van het kerygma als “de eerste taak van de Kerk”. Daarom wordt hierover soms ook gesproken met het begrip ‘eerste verkondiging’, die echter ook na het doopsel de blijvende basis vormt voor alle geloofsverdieping.
Dit laatste inzicht is een belangrijke pijler van De vreugde van het Evangelie (EG): “Uit de mond van de catechist horen we altijd weer de eerste verkondiging” (nummer 164). Over deze frisse, nieuwe visie op een kerygmatische aanpak van catechese lezen we in het volgende nummer:
“Men moet niet denken dat de catechese het kerygma moet verlaten ten voordele van een zogenaamd ‘degelijker’ vorming. Niets is degelijker, dieper, zekerder, samenhangender en wijzer dan deze verkondiging. De hele christelijke vorming is voor alles een verdieping van het kerygma dat steeds meer en steeds beter vlees en bloed krijgt. Het kerygma houdt nooit op het catechetisch engagement richting te geven en maakt het mogelijk de betekenis van om het even welk thema dat men in de catechese ontwikkelt, behoorlijk te begrijpen.” (nummer 165)
De begrippen ‘evangelisatie’ en ‘catechese’ blijven in EG natuurlijk wel degelijk twee aparte termen en verschillen wat betreft doelpubliek en doel. Catechese “wil de gelovigen helpen om geestelijk te groeien opdat ze steeds beter en met heel hun leven antwoorden op Gods liefde”. . Hierbij horen zowel kerkelijken, randkerkelijken als de “gedoopten die niet leven naar hun doopsel”. De verkondiging of de evangelisatie in enge zin gaat echter over een ander doelpubliek: “We mogen per slot van rekening niet vergeten dat evangelisatie in de allereerste plaats gaat om de verkondiging van het Evangelie aan hen die Jezus Christus niet kennen of Hem altijd hebben afgewezen”.
Maar van het grootste belang blijft het volgens EG wel om de beide elementen steeds goed in verbondenheid met elkaar te bekijken. Er is geen harde breuklijn, met twee duidelijk te onderscheiden fases – temeer, aangezien de evangelisatie in de brede zin, de algehele verkondiging van het kerygma, de basis blijft van elke geloofsgroei, samenspraak en catechetisch-liturgische geloofsverdieping. De Kerk en leden van een geloofsgemeenschap worden elke dag opnieuw opgeroepen te blijven groeien in geloof.
Een kerygmatische visie op catechese klinkt veelvuldig in het Directorium voor catechese (2020). Er wordt in nummer 57 gesproken over “de nood aan catechese die op een consistente manier kerygmatisch genoemd kan worden”. Ook in nummer 66 wordt gesteld: “In deze tijd van de nieuwe evangelisatie gaat de voorkeur uit naar spreken, zoals voorgesteld werd, over kerugmatische catechese”. Het is immers precies op dit belangrijke punt van het verder vervagen van de harde, identitaire grens tussen deze begrippen dat het Directorium de invloed van de ideeën van paus Franciscus laat doorschemeren, namelijk in nummer 56:
“De catechese, een geprivilegieerde fase in het proces van evangelisatie, is over het algemeen gericht op personen die de eerste verkondiging reeds ontvangen hebben, in wie het de processen van initiatie, groei en rijping in het geloof bevordert. Het is echter waar dat, als het nog nuttig is om conceptuele onderscheidingen te maken tussen pre-evangelisatie, eerste verkondiging, catechese, voortdurende vorming, is het in de huidige context niet langer mogelijk om dergelijke verschillen te benadrukken.”
Niet alleen vraagt het Directorium zich hier af of het ‘nog nuttig’ is om die begrippen van elkaar te onderscheiden, het stelt zelfs dat het in de huidige context ‘niet langer mogelijk’ is om het verschil tussen deze begrippen te benadrukken (‘stress’). Dat is belangwekkend. Dit wil niet zeggen dat de termen inwisselbaar worden of aan betekenis verliezen, maar dat het harde onderscheid wordt genuanceerd:
“Catechese, niet altijd te onderscheiden van de eerste verkondiging, is in de eerste plaats geroepen om een verkondiging van het geloof te zijn, en mag de taak van het helpen ontdekken van de pracht van het Evangelie niet aan andere kerkelijke acties uitbesteden. Het is belangrijk dat elke persoon zou ontdekken dat geloof waardevol is precies door catechese, wat dus niet langer beperkt blijft tot gewoon een tijd van meer harmonieuze geloofsgroei maar ook zelf bijdraagt tot het opwekken van geloof en toelaat om haar grootte en geloofwaardigheid te ontdekken. De verkondiging kan daarom niet langer enkel beschouwd worden als de eerste fase van het geloof, voorafgaand aan catechese, maar eerder als de essentiële dimensie van elk catechetisch moment”.
Het Directorium probeert de minder scherpe aflijning van beide begrippen dus te definiëren onder de vorm van een catechese die de evangelisatie te hulp komt:
“De specifieke bijdrage van catechese aan evangelisatie is de poging om in een relatie te treden met de ervaring van personen, met hun manier van leven en de processen van persoonlijke en gemeenschapsgroei.”
‘Bijdrage’ is hier een belangrijk woord. Het Directorium zegt in nummer 48: “het is nodig dat catechese ook ten dienste staat van de nieuwe evangelisatie”. De taak van catechese wordt zo mee in het missionaire en evangeliserende perspectief geplaatst, waarbij “catechese gelovigen vormt voor de missie, hen begeleidend in de rijping van geloofshoudingen en hen erop attent makend dat ze missionaire leerlingen zijn, geroepen om actief deel te nemen aan de verkondiging van het Evangelie en om het Rijk Gods aanwezig te brengen in de wereld”.
Het duidelijke verlangen naar verdere toenadering tussen catechese en evangelisatie is dus een enorm belangrijk inzicht uit het nieuwe Directorium.