5 broden en 2 vissen...
Meer moet dat niet zijn....
Hoe klein en nietig als wij zijn,
het heeft tot nut, 't is nu bewezen,
om verder te gaan in 't leven.
Het leven hangt aan zijden draadjes,
's morgens zo zichtbaar in de struiken.
Als spinnen er aan zitten weven,
denk ik weemoedig aan dit leven.
Zo rustig, eerder voor 't moment,
zonder die druk, niet evident.
Want 't werk, dat gaat nog altijd voort,
de Kerk, de mensen,
zegge het voort,
begeleiding tot de hemelpoort.
Zo ook vandaag bij 't afscheid van een lieve vrouw,
die straks op weg gaat naar de Heer,
zo moedig, tenger, in de weer.
Zo valt het graan straks in de aarde,
om dan te schieten, nieuwe aren,
maar eerst voorgoed vergaan.
Het brood, de visjes van die jongen,
die zullen verdwijnen in het niet.
Tot stof en as straks wederboren,
tot nieuwe voeding voor de rest.
Zo kostbaar, ook die rest,
zorgvuldig tassend in de manden,
om mee gedragen door de twaalf,
om straks op weg te gaan, op schok,
om zo te komen in ons kot.
Zo zijn wij ook zorgvuldig uitgekozen,
om straks te delen ons verhaal,
aan ieder, die het goede nieuws wil horen,
zo worden wij opnieuw herboren.
Vijf bokes, geen twee vissen,
ne koffie en een ei,
Vandaag geen spraak van port of wijn.
Meer moet dat niet zijn.
Laken, vrijdag in de tweede week van Pasen, 24 april 2020