DE LAATSTE ETAPPE
Op Petrus' hoogfeest zijn de oogskes stilaan dicht aan ´t gaan.
De rust weergalmt tot buiten toe.
De onrust is reeds lang hier weg aan ´t gaan.
Zo rustig slaapt zij nu.
En soms gaan af en toe de oogjes open.
Getuigend van een rustig en een dankbaar goed gemoed.
Die dank voor het mooie lange leven.
Maar nu treedt zij zo stilaan onze papa tegemoet.
Ze zegt dat tegen mij niet echt met zoveel woorden.
Haar blik en de mijne spreken zo genoeg.
We zijn zo een familie met de voetjes op de grond,
we vallen ook niet echt op onze mond.
Op al die maanden hier in Leuven, genietend zo dag in dag uit van al die lieve mensen,
die tevens haar bedienen op haar wensen.
Allez een doodgewone wens, van eten, drinken en de zachte zorg van elke mens.
Nu gaan we in een nieuwe fase.
Ze is op weg.
De lange maanden van de pijn
verdwijnen nu in ´t rustig samenzijn.
Ze weet dat ze straks gelukkig thuis mag komen,
waarvan ze nu reeds ligt de dromen.
De zondag is haar heilig.
Dan gaat ze steevast naar de mis.
Haar kleding is dan ook die dag 'à jour'
Precies of ze gaat naar haren ´amour’
Ze spaarde haar kritiek niet op de Kerk,
gelovend meestal in het Jetse merk.
Gemeenschap, als getuige van ons Heer.
Het hoeft niet zoveel meer.
Vooral als een of andere pastoor,
gaande er zo rap vandoor,
zonder een mens te gaan begroeten.
Ze zei, ze hebben het nog altijd niet echt door.
Wanneer ik hier voor ´t eerst alleen begon te eten,
beginnende die laatste fase, zonder het voor eerst zo echt te weten.
De mama lichtjes slapend in haar bed.
Niet wetend wat ik op de tafel heb gezet.
Het samen eten was de laatste tijd voor haar een feest.
Zo samen ´s avonds van elkanders bord te kunnen proeven.
In malkanders gezelschap zo te kunnen vertoeven.
Wanneer ik haar mag zalven voor haar laatste reis,
een ongedwongen zachtheid zonder meer,
die ultieme knuffel van Onze-Lieve-Heer.
Dan weet ik dat zij stilaan uit deze wereld weg mag glijden,
de papa tegemoet, walsend terug naar betere tijden.
Ik zie Sint-Pieter haar nu straks al staan begroeten.
Ik ben curieus hoe ze Hem al gaat ontmoeten.
´Loopt onze Jerome hier ergens rond?’
De mama nemend geen blad voor de mond.
´Moa Maria’ hoor ik hem al zeggen.
Hij is bezig met de kerkfabriek hier in de wolken.
Maak u hier alvast geen al te grote zorgen.
‘Allez, da's goed’ hoor ik haar al zeggen,
´Maar doe hem af en toe wat stoppen, anders ga ik hier ook mokken.
Ik heb ne zoon die ik moest delen met zovele mensen, maar eerlijk kon ik het nu niet beter wensen.
De laatste maanden was hij bij mij zoveel hij kon,
Hij was gesteund door al die lieve mensen zodat hij geven kon, op wat ik ook mocht wensen.
Nu hoop ik dat den ´onzen’ niet te veel miserie in uw Kerk mag ondervinden opdat hij zijn geloof zal kunnen houden,
om het te delen en te blijven missioneren,
en af en toe zijn tegenstanders effe kan ambeteren.´
Sint-Pieter kijkt haar toe,
onthalend hoe het moet.
Wie weet, ne porto in de hand
verwijzend naar het Jetse binnenland.
Dirk Vannetelbosch, Gasthuisberg, Hoogfeest van Peterus en Paulus, 29 juni 2023