PILATUS in CORONATIJD
Die nacht, 't was kil,'t voelde zo naar.'t Ultieme afscheid bood zich aan.Zelfs Petrus liet Hem in de steek.De stervensangst stond op zijn gezicht te lezen.Mijn God, wat heb ik hier te vrezen.De mensen zijn een ras apart.Ze lopen mee.Ze hinken na.Au fond? ze weten niet waartoe.Daar knielt Hij dan,de schrik nabij.Hij wist geen redding zo dichtbij.Waar zou mijn God zijn in dit uur?Mijn leidsman van 't eerste diep moment.Toen ging het plots.Ze stroomden toe.Ze volgden Hem waar ook naartoe.Vandaag vervolgen ze Hem ook weer.De ware mens is opgestaan.De wolven, met hun schaapsvacht aan.Ze stromen dicht,ze slagen toe,en niemand weet hier nog naartoe.De mens vandaag, die staat verweesd.Die denkt ineens zoals een beest.Die denkt gewoon aan eigen huid.Geef toe, zo ga je 't best vooruit.Wanneer je staat voor Gods gezicht,we houden onze adem dichten durven nietde massa voorbij.Want anders is de dood ons ook dichtbij.Zo staat de mensmet kort gedacht.Zo ook vandaag, zelfs in ons hart.We zien niet helder en niet klaaren zonder oog voor Gods gebaar.En zeker in coronatijdzijn wij Pilatus, een voor een.De voeten wassen we al lang niet meer.Tenzij de zorg, op dit moment.dat zijn de herders van de tijd.Reeds lang nam smetvrees bij ons toe.Zijn wij Pilatus, geef maar toe.de angst naar God en zijn bestaan.Het bracht ons in de war.Die God die vraagt.De God die smeekt.Laat Hem vandaag niet in de steek.Het kruis, Zijn kruis komt wezenlijk dichtbij.Och mensen waarom leven wij?Nu ook vandaag vraagt Hij aan onsin al zijn zwakheid en verdriet.O mens,versta je het nog niet?Wacht nog maar af,een dag of drie.De redding, die komt uit het graf.En keer op keerdan weten wij,die redding is niet meer veraf.Laken, Goede Vrijdag 10 April 2020