Paper " Accepting a Gift - the Gift of Acceptance"
"Aanvaarding"
Gedicht van Dirk Vannetelbosch, pr.
Laken, Goede Week 1999
Wanneer ik weer naar huis toe ga;
zinloos de avond gadesla.
Dan denk ik waarom ging het niet,
het spreken, waarom kwam het niet.
De eerste zin kwam er goed uit;
ik was content. Het ging vooruit.
De mensen keken op naar mij.
Ik voelde me ineens zo blij.
Ik had nochtans mij best gedaan.
Ge weet het, het moest langzaam gaan.
maar plots voelde ik een krop in mij.
O wee, de vloeiendheid was weer voorbij.
Hoe meer ik aan mijn spreken dacht;
hoe meer had ik mezelf veracht.
Ik had de lat weer hoog gelegd.
Mijn grenzen had ik weer verlegd.
Toen dacht ik, Ik kan het niet aan.
Ik kan de wereld niet verstaan.
Hoe meer ik mij weer eens bewees;
hoe meer was ik een echte wees.
Verlaten, helemaal alleen;
mijn lijf was helemaal van steen.
Een nietsnut, die niet spreken kan.
Ik weet niet hoe het verder kan.
De nacht viel in, de slaap kwam niet.
God, help me toch in mijn verdriet.
Waarom doe je mij dit weer aan.
Die ander laat je weer eens gaan.
Mijn leed, ik droeg het als een last.
Ik zocht een menselijk houvast.
Zo iemand bij wie ik huilen kon.
Die me begreep wanneer ik niet meer verder kon.
De nacht verdween, 't werd dageraad.
Men zegt: die brengt soms goede raad.
Ik zag weer mensen om me heen.
Ik was niet helemaal alleen.
Hoe meer ik naar een ander ga.
Hoe meer ik zijn probleem versta.
Mijn God, wat heb ik nog een weg te gaan.
en ik maar klagen over mijn bestaan.
Het stotteren zal nooit vergaan.
Maar ik weet wel, ik kan het aan.
Ik geef het ruimte om me heen.
negeren, verdringen, dat neen!
Aanvaarden, dat is niet zo evident.
Lijden, miserie, niemand is er mee content.
Maar toch moeten we hierdoor.
Het is een periode die zijn glans verloor.
Zo kunnen we ons eigen aan.
Niet meer, niet minder wel te verstaan.
Dan komt de kracht, ik voel het wel.
Het spreken is zoals een spel.
Soms gaat het en dan is het goed.
Soms lukt het weer eens niet zo goed.
Zo gaat ons leven op en neer.
Zo komt het praten telkens weer.
Het stotteren is een deel van mij.
Ik voel het aan, ik voel me vrij.
Als dit het kruis is dat ik dragen moet.
O Heer, dan is het voor mij nog goed.
Dan denk ik aan de stotteraar.
Ik ken er veel, Ik zie zo klaar.
Zo weet ik, ik ben niet alleen.
Perfect, mijn inziens, dat is geen één.
Wanneer ik weer naar huis toe ga,
zinvol de avond gadesla.
Het stotteren had weer vat op mij.
maar morgen is het weer voorbij.
"Acceptance"
Gedicht van Dirk Vannetelbosch, pr.
Laken, Goede Week 1999
As I make my way back home,
Silently observing the nightfall,
I wonder what went wrong, my
Speech, what happened to it all?
The first phrase came out loud and clear.
How glad I felt. It would succeed.
As they all looked up at me
I felt at once great pride indeed.
Once more I had done all my best.
You know how slowly and with pain,
But suddenly the lump came back
Alas! All fluency lost again.
The more I thought about my speech
The more I loathed myself for it.
Once more I had aimed far too high.
My limits I had over-stepped.
I thought then, it just cannot be.
I do not understand at all.
The more I tried to prove myself
The greater was my own downfall.
Forgotten, and without a friend;
My heart was heavy as stone.
A good-for-nothing with no voice
I could not go on all alone.
Night fell, but restless, in my prayers
I asked God to listen to me.
Why had he once more let me down,
While others were allowed to be?
My problem weighed so heavily.
I tried to find a way, someone
To whom I could relate, who knew
How I could longer not go on.
The night was gone, and a new dawn
They say, can often help one see.
In others, who surrounded me
I felt less lonely, less despair in me.
The more I reached out to another
The more I learned his problems, too.
My own were really not that bad,
I realized there was much to do.
The stutter will not disappear
I know full well, and my decision
Is to welcome space around me
Without denial, or suppression.
Acceptance comes not easily.
No human enjoys pain and suffering.
But we have to overcome
This time which can seem unending.
We can then be ourselves at last,
No more, no less, but just the same.
Then comes the strength, I feel it well
That speech is rather like a game.
When it succeeds, we feel so good,
Then sometimes we may fail again.
Life is full of ups and downs,
Speech may come back now and then.
To stutter is a part of me.
I take it on, and allow it to be.
If this is the cross I have to bear
Lord, it is good enough for me.
When I think about those who stutter,
I know so many. I see quite clearly
That my position is not unique.
I am not alone, perfect no one can be.
As I make my way back home,
Silently observing the night fall,
Stuttering still has a hold on me
But tomorrow I'll cope with it, despite all.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.