Vaderdag
Wanneer ik aan de dag van morgen denk,
dan denk ik aan een sterke vent.
Zoals mijn papa ooit eens was,
een strijder, tot de laatste wals.
Want walsen, kon hij goed,
hij gleed door 't leven zonder overmoed.
Bedachtzaam en immer wat in stress,
maar steeds behoedzaam op de bres.
Met immer in het achterhoofd, die stille gloed,
de dag van morgen tegemoet.
Toen zelfs de kanker die hij met zich droeg,
zich meester maakte in 't gemoed.
Dan bleef hij ervoor gaan,
dan liet hij Leuven goed verstaan,
dat Brussel het verschil ging maken,
hij liet de nieuwe chemo smaken.
Zo kreeg hij toen nog een paar jaren,
kwaliteit ten leven, hij liet zich raken.
Sindsdien loop ik nog altijd binnen op 't UZ,
meestal met ziekenzalving in de hand,
ge weet die kracht, die stille overmacht.
Dan denk ik soms aan papa, maar heel vaag,
de tijd die heelt,
de memo blijft,
de kilte slaat soms om het lijf.
Maar deze week deed het wat raar,
nu stond ik zelf aan het onthaal,
Nu wachtte ik op een signaal,
ik liet me leiden naar mijn kamer,
geslagen van de hamer,
voor een vijfjaarlijks onderzoek,
dat speelde zo op mijn gemoed.
En papa kwam de hele tijd voor ogen,
precies, hij keek me aan zo van hierboven,
met volle mededogen.
Toen liet ik me in slaap gaan wiegen,
door lieve vrouwen in dat zorglokaal,
het deed helemaal niet raar.
En toen ik opende zo terug mijn ogen,
kwamen ze me groeten,
met lieve ogen.
Het was ok,
ik kon weer voor een hele tijd terug mee.
Terug op de kamer, zo vanuit mijn bed,
een pistoleeke, wat koffie, ik zat wat recht,
keek ik naar links, mijn kerk wenkte in de verte,
zo van die aard, kom straks maar terug wat werken.
Dan dacht ik aan al diegenen,
die slecht nieuws te verwerken kregen.
Die plotseling van de hamer werden geslagen,
hun toekomst niet ging dagen.
Zo zijn er velen, lieve mensen,
die dagelijks slecht nieuws te verwerken krijgen,
voor wie het noodlot dan heeft toegeslagen,
die echt met reden mogen klagen.
Dan denk ik lieve mensen,
laat u af en toe eens controleren,
dan kunnen ze, wie weet, nog iets arrangeren.
Wanneer ik dan aan papa dacht,
misschien had hij te lang gewacht.
Hij zou me zeggen,
laat u maar af en toe eens onder handen nemen,
om u te laten controleren.
Nu straks ga ik hem niet vernoemen,
maar in gedachte denk ik aan de vele mama's en de papa's,
die op hun beurt
een ouderlijke taak op zich hebben genomen,
van vele dochters, ook de zonen.
Dan bid ik voor de papa's die geen bezoek mogen verwachten, verstikkend door het wachten.
Dan denk ik ook aan allen die me padre noemen,
voor wie ik me dan misschien wat papa mag voelen.
Dat wij samen er mogen voor gaan,
dat wij mekaar mogen behoeden,
in wederzijdse zorgen,
zo ook vandaag en zeker ook voor morgen.
Dirk Vannetelbosch, Laken, 12 juni 2022, Vaderdag.