Het orgel van de Sint-Pieterskerk te Jette
Een ingrijpende face-lift heeft dit meesterstuk wel nodig : 107 jaar na zijn bouw is het dringend aan herstelling toe. In 1898 werd het in de kerk geplaatst.
Ooit was het, toen de nieuwe kerk van Sint-Pieter werd ingehuldigd, op 3 juli 1880, één van de eerste bekommernissen van de parochianen om de grote nieuwe ruimte ook van een degelijk orgel te voorzien. De klokken van de oude kerk werden reeds op 9 augustus van hetzelfde jaar overgebracht naar de nieuwe klokkentoren, maar het oude orgel vond men niet aangepast aan de volumineuzere kerk. En echt liturgie vieren, dat kan niet zonder muziek. Ook in de eerste, vroeg-middeleeuwse, kerk van Jette stond reeds een orgel.
Het zou echter nog 18 jaar duren alvorens een nieuw instrument werd ingespeeld en ingewijd. Het vroeg tijd om de nodige fondsen te verwerven . Toen het eenmaal zover was, kon men niemand beter aanspreken voor het vervaardigen van het orgel dan de gebroeders Van Bever, die in de nabije parochie van O.-L.-Vrouw van Laken als orgelbouwers bekend stonden. Ze woonden nabij de Heizel en hun atelier was gevestigd in de prinses Clementinastraat 60-64 te Laken. De gebroeders Van Bever waren leerling geweest van de beroemde orgelmaker Hippolyte Loret die eerst ook te Laken woonde, daarna te Dendermonde en tenslotte in Parijs belandde. Loret is onder meer ook de bouwer van het grote orgel voor de abdij van Averbode. De kerkmeesters van Jette keurden, met ondersteuning van pastoor Jan-Frans Secrétin, het bestek voor de bouw van het orgel goed op de zitting van de Kerkfabriek van 4 oktober 1896. Nadien werd ook van de gemeentelijke overheid de toestemming bekomen op de zitting van de gemeenteraad van 22 oktober 1896 en kon men met de bouw starten.
Het maken van het orgel duurde geen twee jaar en het werd ingehuldigd en gewijd op 4 april 1898 door de toenmalige aartsbisschop van Mechelen, Kardinaal Petrus-Lambertus Goossens. Het werd een heugelijke Pasen dat jaar !
Het orgel werd ingespeeld door drie befaamde orgelisten : François Marivoet, orgelist van Sint-Goedele en Sint-Katelijne, August De Boeck, orgelist van de
Sint-Bonifaasfkerk te Elsene en door de in Jette aangestelde orgelist Anselme Jans.
August de Boeck uit Merchtem had de prijs van uitmuntendheid en monitor aan het Conservatorium te Brussel gehaald en creërde in 1897 het Allegro con fluoco in sol klein, speciaal ter gelegenheid van de inspeling. Een vurig Te Deum werd uitgevoerd door een koor van enkele voorzangers. Dat Jette inzake liturgie en kerkmuziek altijd een bijzondere plaats heeft ingenomen in het geheel van de kerkelijke werking moge blijken uit het feit dat Anselme Jans een zangboekje samenstelde "Voor Kerk en Werk, een tuiltje Godgewijde gezangen". Het bevatte 32 Latijnse en 28 oorspronkelijke Vlaamse liederen, lang voor het tweede Vaticaans Concilie dus dat eerst in 1968 de volkstaal in de liturgie invoerde ter bevordering van een actievere deelname van de bevolking aan de liturgische vieringen.
Na de dood van de gebroeders werd hun werk voortgezet door drie zonen van hun zus Marie-Louise Van Bever : François, Pierre-Louis en Nicolas Draps en Salomon Eyckmans, zoon van een tweede zus. Vanaf 1963 heeft Jean-Pierre Draps uit Erps-Kwerps de traditie van de Van Beverfamilie overgenomen. De BVBA Jean-Pierre Draps draagt dus met recht het epitheton : "Huis gesticht circa 1755". Hij zet als orgelbouwer de traditie van de familie voort en is tot op heden vermaard in onze en andere contreien.
In 1998 heeft men het honderdjarig bestaan van het Van Bever-kunstwerk dan ook passend gevierd met verschillende concerten, o.a. ook door de leerlingen van het Conservatorium van Brussel in het raam van de internationale orgelweek te Brussel. Het orgel werd voor deze feestelijke dag opnieuw op punt gesteld
Een orgel is een oud muziekinstrument. Het woord is afgeleid van het Griekse woord "organon" wat muziekinstrument betekent. Reeds in de derde eeuw vóór Christus was bij de Grieken het orgel bekend. Niet alleen in de vorm van het met luchtpijpen aangedreven instrument maar ook het hydraulisch orgel dat verschillende klanken voortbracht door water als drukregelaar te gebruiken.
Het orgel van Sint-Pieter te Jette is het grootste romantische orgel dat de werkplaats van de gebroeders Van Bever ooit heeft verlaten. In de 19de eeuw kende de orgelbouw drie omwentelingen : een muzikale door het levendiger maken van de orgeltonen, een technische door aanwending van nieuwe technieken die weldra zouden overgenomen worden door de electriciteit, en een omwenteling in de vormgeving zodat de orgelbouwer zich ging beperken tot de binnenbouw en de architect het plan van het front maakte.
De orgelkast of het buffet van het Van Bever-orgel in de Sint-Pieterskerk is neogotisch van opzet en werd uitgevoerd in geverniste eik. Het buffet heeft twee zijtorens met vijf pijpen, waartussen zich twee tussenvelden bevinden met telkens acht pijpen. Deze omkaderen op hun beurt een middenveld van zes pijpen. Bovendien is elke toren nog eens geflankeerd door één pijp, wat het totaal aantal pijpen op 34 orgelpijpen brengt. De orgelkast is dermate ontworpen dat ze een maximum aan licht, voortkomend van het lichtgekleurde roosvenster op de achtergrond, doorlaat.
De decoratie is eveneens neogotisch en omvat o.m. pinakels, spitsbogen en Franse lelies. Of zijn het Brusselse Irissen die eertijds op de oevers van de Zenne bloeiden en die we ook terugvinden op het vaandel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? Zoals we die ook kunnen zien in de versiering bovenaan de kronen op de pilaren.
De speeltafel bevindt zich vóór de orgelkast, dus eigenlijk staat ze "omgekeerd", wat de taak van de organist vergemakkelijkt omdat het hem zo mogelijk is alles rechtstreeks te volgen wat zich beneden aan het altaar en in de kerk afspeelt.
Het orgelinstrument zelf is romantisch van creatie en bestaat van bij het begin al uit 31 spelen die verdeeld zijn over twee mechanische klavieren en een voetpedaal. Het heeft nu 34 cirkelvormige registertrekkers met registerknopen in bewerkte palissander en porseleinen registerplaatjes, trapsgewijs verdeeld in drie groepen aan weerszijden van de twee klavieren van 56 noten. Hierbij kunnen we het pittige detail vermelden dat één registertrekker, die ook nummer één draagt, een kalkanten schel (van het Latijn calcare, wat betekent : met de voeten treden) in werking zette om de orgeltreder, de calcant, te waarschuwen dat hij moest trappen daar de noten bij gebrek aan voldoende luchttoevoer uit de blaasbalg misvormd uit het instrument voortkwamen.
De Jettenaren houden aan hun orgel, al is het zo dat niet meer alle parochianen wekelijks in de kerk aanwezig zijn, de groep mensen die de liturgie verzorgen kunnen met genoegen een toenemende interesse waarnemen voor de vieringen. De goede orgelmuziek zorgt daarbij voor een passende sfeer en menige huwelijksviering of uitvaartdienst krijgt een bijzondere meerwaarde door de vreugdevolle of ingetogen klanken van het orgel. De functie van vaste koster ging teloor wegens de noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen die de Kerk in de laatste decennia heeft moeten invoeren bij gebrek aan middelen en personeel. Maar gelukkig kan men in de Sint-Pieterskerk te Jette rekenen op de muzikale talenten en de inzet van de Heer Joseph Spruyt die elke zondag de vieringen de waardige luister geeft met klanken uit het bijzondere orgel. Ook de samenzang wordt door hem begeleid op het orgel. De Jettenaren zijn hem dankbaar voor de trouwe dienst en zijn er zich zeer van bewust dat feestvieren niet mogelijk is zonder muziek en zang. In de kerkgemeenschap van Sint-Pieter blijven mensen bekommerd om het welzijn van anderen en een groepje parochianen voert er trouw de oude en nieuwe taken uit : het aansteken van de kaarsen, het bedienen van de electrische geluidsinstallatie, het aanzetten van de verwarming, allemaal taken die in vroegere generaties werden uitgevoerd door de vast aangestelde koster.
Anno 2005 is het Van Beverorgel aan een reparatie toe en het is met enthousiasme dat de nodige fondsen worden gezocht en verworven, om de budgettering van de kerkfabriek bij te staan en het orgel door bekwame orgelbouwers te laten restaureren : niet minder dan de BVBA Jean-Pierre Draps, familie van de bouwers en voortzetter van de traditie die zich maar al te zeer bewust is van de goede kwaliteit van het instrument dat door zijn grootooms met de allergrootste vakkennis werd gebouwd. De studenten van het Koninklijk Conservatorium van Brussel en de leerlingen van de eigen Jetse academies M. Van de Moortel en G. H. Luytgaerens maken voor hun lessen regelmatig gebruik van het orgel. Ook de producenten van CD's kennen de unieke waarde van het orgel van Sint-Pieter. Elk jaar, in de herfst, wordt ook dikwijls van dit orgel gebruik gemaakt in het kader van de Internationale Orgelweek te Brussel.
In het kader van de fondsenwerving staan een aantal internationale concerten op het getouw. De huidige pastoor en zijn equipe willen op die manier het kerkgebouw opnieuw zijn functie van huis van ontmoeting, met God en met de medemens in het licht stellen. Ook voor andere culturele doeleinden wil men het kerkgebouw openstellen in de mate waarin ze beantwoorden aan de noden van ontmoetingsplek tussen mensen, schakels van een Groter Geheel. De bijzondere waarde van het Van Bever-orgel zal daar steeds een rol in blijven spelen
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.