WINTER IN DE MEERBEEKSE VELDEN
Wanneer de wintervlokken dwalen,
ze weten niet waarheen te gaan,
dan denk ik terug aan papa's woorden,
de oogst moet stilaan binnengaan.
Nog voor november zei hij steeds,
de witloofwortelen moesten uit het veld,
want dan, zou 't witte kleed gaan komen,
en konden we aan niets ontkomen.
Zo ook vandaag bij 't zien van d' eerste sneeuw,
denk ik aan oogsten maar vooral aan papa's woorden.
Wees waakzaam, zeker in de goede dagen,
want vroeg of laat, er komen plagen.
Wees waakzaam ook in alles wat ge doet,
en hou voor ogen, 't goed gemoed.
Wanneer we nu de stilte van de sneeuw genieten,
niet wetend hoe dat weer in woorden gieten,
dan hoor ik zo de roepstem van de Heer,
die ons nu zegt, zit effe neer.
Beschouw nu eens in stilte alles wat ge ziet,
en denkend: 'dat vergeet ik niet.'
In zo'n moment, wees dan content,
beschouw het als 't uniek moment.
En denk eraan in slechte dagen,
wanneer dus komen, al de plagen.
Dan hoop ik dus, met al die vragen,
dat Jezus ons nu ook zal dragen,
die harde strenge winter door,
die tijd van afstand tussen mensen,
die tijd van eenzaam in ons kot,
gekweld van eender welk genot.
Maar laat ons anderzijds eens denken,
dat stilte ons doet aandacht schenken.
We hoeven niet van heen en weer,
de stress, de dwang, het moet niet meer.
Den bloeddruk kan er wel bij varen,
we moeten ons hier niet blind om staren.
De oogst is binnen,
sneeuw mag komen,
en God, die zal het goede lonen.
Die rustige vastheid in ons leven,
mag nu eens, al is 't maar voor even,
de leidraad zijn van nieuw begin,
de motor van een nieuw elan.
Voordien, wisten we er zo weinig van,
wie weet vandaag is dat Gods plan.
Laken, 16 januari 2021