Een fragment uit 'De eikelraper' van Luc van Balberghe:
Middelmatige dichters zouden over goddelijke schoonheid telerustellend zeggen dat ze er geen woorden voor hadden. Maar de grote dichters zouden zwijgen. Omdat ze weten dat voor het allermooiste geen woorden bestaan of nodig zijn. Omdat ze wisten dat geen groter symbool dan de dichtkunst, het onvermogen van ons denken uitbeeldde.
Hij dacht nog even na over het geheim van de dichter. Niet over de scribent die woordjes op elkaar deed rijmen, maar over de gevoelige ziel die iemand anders kon aanspreken, zelfs zonder woorden.
Woorden waren er slechts om een verhaal te vertellen, vond de broeder. Om een ziel te raken, had je er beter geen.
Pater Sapientius had hem verteld over de grote Chinese dichter Confucius die met nauwelijks één of twee korte zinnen, een heel verhaal in je hart kon planten. Hij had ook verteld over een speciale dichtvorm die missionarissen ontdekt hadden in Japonië, en die ze 'haiku' noemden. De haikudichters schreven nooit meer dan 17 lettergroepen, verdeeld over 3 lijntjes.
Daarmee drukten ze helemaal uit wat ze wilden zeggen, en lieten tegelijk nog zoveel ruimte over opdat de lezer er zijn eigen verhaal in kon vinden. Een kunstwerk was nooit af en nooit dwingend. Een kunstwerk diende slechts om iemands gevoelens op gang te brengen. Hoe vager het was, hoe beter.
Hoe langer broeder Broeder eikels raapte en harkte, hoe ijler hij werd. Hoe leger zijn hoofd werd. Hoe dichter hij bij God kwam.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.