Brief aan mijn jongere ik ~ Julie Hendrickx
In de reeks Brief aan mijn jongere ik kijken 9 grote persoonlijkheden terug op een moment in hun leven dat bepalend was voor de mens die ze geworden zijn. Wat droomde hun jongere ik? Welke inzichten zouden ze met hem of haar willen delen of waarvoor waarschuwen?
Julie Hendrickx schreef de biografie van haar tante zuster Jeanne Devos en haar strijd voor de dienstmeisjes in India (Alsof de Weg ons zocht, Lannoo). Als verantwoordelijke bij ACV Puls in Leuven treedt ze in zekere zin in die grote voetsporen. In een ontroerende brief kijkt ze terug op haar 16-jarige ik, die klaar is om voor het eerst haar geboorteland te bezoeken.
Hey Julie,
Of is het Djoelie? Je bent 16 en hebt het al ontelbare keren uitgelegd: Mijn naam is eigenlijk een Engelse naam, zoals bij 'Julie Andrews', maar ik ben geadopteerd uit India en mijn ouders waren bang dat men het in België op z’n Frans zou uitspreken. Dus hadden ze het lumineuze idee om mijn naam fonetisch als 'Djoelie' te schrijven en mij dat ook zo aan te leren. Ze hebben het echter nooit officieel zo laten veranderen.
Dus ja, hoeveel gefronste wenkbrauwen heb je al niet getrotseerd op je 16de, van mensen die het maar een vreemd verhaal vinden, tot en met een leraar die achter je rug tegen je klasgenoten had gezegd dat het gewoon aanstellerij was en dat ze me maar niet moesten geloven. Auch.
Maar what’s in a name? Je houdt van muziek, kunst, fotografie. En van woorden. Woorden zijn je levensadem. Zoals je met enkele noten oneindige uren achter je piano spendeert, heb je eveneens al vroeg begrepen dat met 26 letters een universum aan taal en betekenis aan je voeten ligt.
Je weet het zelf niet meer, maar toen je pas in België aankwam, sprak je geen woord.
Uiteraard geen Nederlands, maar je sprak gewoon niet. Ook niet je eigen taal. Je werd naar dokters en logopedisten gebracht, die alleen maar konden bedenken dat je misschien doofstom was. Want je reageerde nergens op. Na 3 maanden liet je vader zich eens met opzet vallen, toen jij op je kleine rieten stoeltje zat. Je barstte plots in lachen uit… en tot ieders reuze verbazing, sprak je vanaf dan volledige, goedgebouwde Nederlandse zinnen. Je hebt gewoon de tijd genomen om je nieuwe wereld af te speuren, die vreemde taal te ontcijferen en stiekem te oefenen in je hoofd. Je zou pas deelnemen als je er klaar voor was.
Ondertussen ben je 16 en graag gezien, je hebt veel vriendinnen maar trekt je, net zoals vroeger, graag af en toe eens terug om je eigen microkosmos tegen het licht te houden en te hertalen in pianoklanken en in woorden.
Je denkt dat dat je leven is; tot het abrupt wordt omgegooid.
Eigenlijk wist je dat het zou komen; je ouders hebben je fantastisch begeleid naar deze dag. Je vindt het voorlopig allemaal keineig maar wanneer het Air India-toestel boven Mumbai de landing inzet, die 23ste decembernacht in 1993, wordt de spanning je teveel en rollen de tranen in alle stilte over je wangen. Je kon niet en nooit meer terug. Ergens wist je wel dat je helemaal opnieuw zou beginnen.
Die eerste reis naar je geboorteland zal inderdaad je leven hertekenen. Alle clichés, oh ja dat wel, zullen in de jaren nadien de revue passeren: je biologische moeder willen zoeken, je T-shirts en topjes ruilen voor kleurrijke Indiase varianten, een gat in je neus laten schieten en alles wat je eet overstrooien met garam massala. Maar je zal bedaren en er rijpt, in alle stilte, een plan.
Je wil een fundamentele bijdrage leveren aan jóuw volk.
Je hebt vlam gevat voor het ideaal van rechtvaardigheid en wil met de kans die jij gekregen hebt, iets doen voor hen die achterbleven. Je voelt je sterk en geroepen. Je voelt dat je leeft door bij te dragen aan een waardig leven voor anderen. (Ubuntu, maar dat ken je nu nog niet). En hoe dan? Dat weet je ook nog niet. Net zoals vroeger zul je in je hoofd oefenen, met woord en taal, tot je er klaar voor bent.
Het zal nog duren tot je 40 bent, eer je je helemaal hebt ingegraven in het lot van huispersoneel in India, om zo het leven en werk van je tante, zuster Jeanne Devos, neer te pennen. Ongemerkt zul je je hele leven in het teken stellen van een puzzel die je pas veel later zult leggen. Je zal onzichtbaar voor de buitenwereld een wintervoorraad woorden aanleggen voor het boek dat ooit komt. Een boek als cadeau voor je land.
Julie, je bent zestien. Je zult ouder worden, moeder worden, en wie weet zelfs ooit grootmoeder. Je zal nog af en toe mijmeren over hoe je boven Mumbai zweefde, met de duizenden lichtjes van een ontwapenende stad onder je. Daar en toen legde Iemand de puzzelstukken klaar. Neem je tijd en wees niet bang voor stukken die niet lijken te passen. Leg ze weg, en pak ze later weer eens vast. Je zal zien: elk stuk past.
Julie Hendrickx