Tertio over de rol van bisschop De Smedt in 'Leuven Vlaams'

In een bijdrage in Tertio van woensdag 25 april 2018 belichten Leo Declerck en Mathijs Lamberigts de aparte rol van de toenmalige Brugse bisschop.
25/04/2018 - 16:14
Mgr. Emiel-Jozef Desmedt, bisschop van Brugge (1952-1984)
Mgr. Emiel-Jozef Desmedt, bisschop van Brugge (1952-1984) ©RR/Tertio

De kwestie  Leuven Vlaams verhitte vijftig jaar geleden de gemoederen, ook in het toenmalige Belgische episcopaat. In hun opiniestuk werpen Leo Declerck, kanunnik van het bisdom Brugge, en Mathijs Lamberigts, decaan van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven, een duidelijker licht op de opmerkelijke rol van de toenmalige Brugse bisschop Emiel-Jozef Desmedt in de splitsing van de universiteit. Ze baseren zich daarvoor op de onlangs geopende archieven van mgr. De Smedt, kardinaal Leo Suenens en de Belgische bisschoppenconferentie.

Toespraak in Kortrijk

Op 2 februari 1968 verklaarde Emiel Jozef De Smedt, bisschop van Brugge, op een provinciale bijeenkomst van de Boerenbond in Kortrijk onomwonden dat hij voorstander was van de overheveling van de Franstalige afdeling van de Leuvense universiteit naar Wallonië. Zijn toespraak werd in de Vlaamse opinie op applaus onthaald, maar zorgde voor verbijstering bij de Franstaligen die hem beschuldigden van eng nationalisme en zelfs van racisme. De speech stond haaks op de Verklaring van de bisschoppen van 13 mei 1966, waarin sprake was van een verdubbeling – en niet van een overheveling – van Franstalige kandidaturen naar het kanton Waver. Die verklaring had hevige reacties opgeroepen in de Vlaamse publieke opinie, die mgr. De Smedt gepoogd had te kalmeren.

Nauwkeurig voorbereid

In die tijd dacht men dat De Smedt – onder de indruk van alle toenmalige betogingen – geïmproviseerd had, schrijven Declerck en Lamberigts. De vrijgekomen archieven bewijzen het tegendeel: de verklaring was nauwkeurig voorbereid en het resultaat van lange reflectie. De Smedt was ervan overtuigd dat er op de ultieme verzoeningsvergadering van de inrichtende overheid (de Vlaamse en Waalse bisschoppen samen) op 3 februari geen oplossing gevonden zou worden en dat ook de politici daartoe niet in staat waren. Hij nam de kritiek van Vlaanderen ernstig, zag die als een reactie tegen de bisschoppen en vreesde voor een sterke geloofsafval in Vlaanderen. De kern van de toespraak was uitgeschreven.