Wanneer we Gods beeld in ons dragen, dan is het logisch dat we naar het origineel verlangen. We willen groeien in gelijkenis met Hem. Eigenlijk halen we het beeld van God van onder het stof. In onze voorafplek wacht God al de hele tijd op ons. We vinden God niet uit, we laten Hem in ons opstaan. Het thema van het traject is beeld en gelijkenis.
Hierbij alvast wat inspiratie voor onderweg: Het beeld van God is in de monnik gelegd, het bevindt zich in de voorafplek. Het vormt het vertrekpunt van zijn reis. Het groeien in ‘gelijkenis’ met God is de bestemming, daarnaar is de monnik op weg. Daar wil hij in zijn dagelijks leven mee bezig zijn. Je zou kunnen zeggen dat het leven van een monnik zich in een atelier afspeelt en hij een beeldhouwer is. Het is of hij zich steeds opnieuw naar de voorafplek begeeft waar het beeld zich bevindt en ermee aan de slag gaat in het atelier dat zijn leven uitmaakt.