met dank aan Johan Poppe, schoolpastor in Oscar Romerocollege Dendermonde
De wereld is niet homogeen.
Er valt zoveel verscheidenheid te ontdekken.
De een houdt van jazz, een ander van pop of rock of klassiek ,
anderen houden helemaal nergens van,
of dragen een jarenlange last met zich mee,
waardoor er heel veel angst en moedeloosheid
in hun ogen valt te lezen.
Voor sommige knaagt een misbruikverhaal
nog steeds aan hun functioneren.
Bij anderen zijn de handen dan weer net niet proper genoeg.
Meerdere kleine en grote schandaaltjes hebben hen bezoedeld.
Motieven van macht en begeerte
overwoekeren daardoor heel wat mooie dromen.
Die verscheidenheid en complexiteit ontkennen
maakt ons niet alleen tot blinden binnen een heel diverse realiteit,
we negeren ook de weg die ons kan leiden
naar een verfrissende eenheid ìn verscheidenheid.
Het mag dan ook een hele uitdaging heten om een barometer
uit te denken die kan aangeven wanneer wij als mensen
in een gevarenzone komen.
Geel zou er dan kunnen op wijzen dat we anderen verplichten
om één-dimensionaal te denken en te leven.
Oranje vertelt dat iemand op het hart wordt getrapt
waardoor hij ademloos en woordloos tussen mensen staat.
Rood voor de momenten dat je mensen vastketent
aan onmenselijke spelregels, eigen onmacht of waanbeelden
zodat zij geen stap meer durven of kunnen zetten
en gebrekkig voortstrompelen.
En misschien moet ook maar zwart meespelen,
voor elke keer dat de ene mens zich aan een ander vergrijpt,
of een bevolkingsgroep wordt geviseerd,
landsgrenzen worden betwist,
vrije meningsuiting in bloed wordt gesmoord.
Op elk moment, dat de barometer in beeld komt,
wanneer hij doorslaat naar oranje, rood en zwart
zouden we iemand in ons midden moeten hebben
die ons opnieuw rechtop helpt staan,
een verlossend en goddelijk woord toespreekt
zodat we boven de verlammende, doof en blind makende ervaringen
opnieuw de kleine signalen van leven en hoop
durven zien en beluisteren.
Na jarenlang Gods woord niet te hebben beluisterd of beleefd
kijken de Israëlieten eindelijk weer omhoog, zien ze elkaar terug in de ogen.
Ze voelen nog een zekere droefheid om de ellende
die ze zelf hebben veroorzaakt binnen hun gemeenschap,
maar de vreugde om de hoop en de nieuwe kansen maakt hen veerkrachtig.
Ze staan immers recht, niet omwille van zichzelf.
Ze willen niet langer het kleine eigen ik veilig stellen.
Ze dromen niet meer van die valse en onmenselijke gelijkheid,
waarbij er geen verschillen meer tussen mensen zouden mogen bestaan.
De woestijn, die bittere tijd,
heeft hen anders leren kijken, wandelen en spreken.
Ze zijn naast elkaar komen te staan, schouder aan schouder
en weten dat de enige gelijkheid die kan en mag bestaan
er één is waarbij ongelijkheid als waardevol en verrijkend wordt ervaren.
Ze hebben leren denken in termen van verscheidenheid,
zonder in verdeeldheid te vervallen,
zonder mensen te dwingen er het zwijgen toe te houden,
of oogkleppen te dragen.
Mensen mogen, elk op eigen ritme,
hinkend of huppelend door het leven.
We worden allemaal machteloos,
allemaal weerloos,
allemaal hopeloos liefdevol
allemaal grenzeloos goddelijke mensen,
christenen, gezalfden
die elkaar jubelend genade toezeggen.
Jop – 23 januari 2022