Op kerstavond waren we in onze kerk bijeen om Kerstmis, het feest van de Gods menswording, te vieren.
We hebben het Kind vreugdevol verwelkomd
Komt allen tezamen, jubelend van vreugde:
Komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden…
We hebben keer op keer dankbaar en hoopvol gezongen
Kind ons geboren, Zoon ons gegeven,
kom in ons midden.
We hebben gedankt en gevraagd
God van nieuw leven, wij zijn samen om te vieren
hoe Jij telkens opnieuw nieuw leven schenkt.
Maar we zien het hier in de kribbe:
nieuw leven is klein, broos en kwetsbaar.
Open onze ogen – dat wij het zíen;
open onze handen – dat wij het ontvangen;
open onze harten – dat wij het dragen
en een plaats geven in ons huis en in ons leven.
Dán zal dit nieuwe leven kunnen uitgroeien
tot iets moois en waardevols
voor alle mensen om ons heen
en voor heel onze wereld.
We hebben samen, mooi en zinvol, Kerstmis gevierd.