Als de wereld er niet beter van wordt,
hebben wij geen reden van bestaan
als mens niet,
als gezin niet,
als groep van mensen niet,
als Kerk niet.
Wij zijn het zout der aarde,
en dus bedoeld om smaak te geven aan het leven.
Wij zijn het licht van de wereld
en dus bestemd om alle duisternis uit het leven te weren.
Wij staan ten dienste van het geluk van allen.
De één met de pen, de ander met een schop,
de één met de computer, de ander aan de kassa,
de één op school, de ander in de fabriek,
de één in de politiek, de ander in een sociale organisatie,
de één op de preekstoel, de ander aan het ziekbed,
de één in de kleine kring van het gezin,
de ander op het internationale forum,
de één in de schijnwerper,
de ander in de stilte en de eenzaamheid.
Maar allen staan wij
ten dienste van het geluk van anderen.
Want als de wereld er niet beter van wordt,
hebben wij geen reden van bestaan.