Na de grote zoektocht naar Jezus, onze groei in geloof
Eerst zijn er de vrouwen die Jezus niet meer vinden,
een tuinman die ons zegt dat Jezus ons voorgaat naar Galilea, het dagelijks leven,
mannen die de vrouwen niet geloven ...
Hij verschijnt aan Maria Magdalena.
Leerlingen op weg naar Emmaüs ontmoetten Hem.
Aan het breken van het brood herkennen ze Hem in die vreemdeling.
Hij voelt zich één met ons verdriet en onze tegenslag,
Hij verschijnt en laat zijn wonden zien.
Hij komt en gaat, Hij zendt ons op weg.
Hij staat op de oever en vraagt ons om brood.
Hij is er, net als voorheen.
Wie hem niet heeft gezien, herkent hem aan zijn wonden.
Thomas en Filippus laten zich overtuigen.
Mattheüs’ verhaal over Jezus’ hemelvaart is kort.
Laten wij zoals de elf leerlingen de weg gaan naar de berg,
waarop zij Hem eer bewezen.
Al twijfelden enkelen nog ...
Het is ook zo’n ongelofelijke werkelijkheid.
Dan volgt die simpele boodschap:
Jullie moeten naar alle volken gaan,
zodat iedereen mijn leerling kan worden.
Jullie moeten de mensen dopen.
Leer hen om zich te houden aan alles wat ik jullie heb verteld.
En vergeet nooit:
Ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt.
Jullie kennen de weg, de waarheid en het leven.
Ik heb het jullie voorgeleefd.
Wie in mijn liefde blijft, ontvangt leven, en wel in overvloed.
Mattheüs schrijft voor Joodse christenen,
Maar de boodschap is er een voor allen, voor alle tijden.
Het is nu aan jullie!
Hemelvaart heeft niets met ruimtevaart te maken,
wel met afscheid nemen,
niet op spectaculaire wijze.
Alles wat de rabbi, de meester ons heeft verteld,
moeten we voortzetten, stap voor stap.
Dit is de geboorte van zijn kerk.
In het boek Handelingen wordt dit afscheid van Jezus beschreven.
Er leven twijfels bij de leerlingen of ze het wel zullen aankunnen:
‘Gaat U dan binnenkort het koninkrijk over Israël herstellen?’
Hij blaast over hen de Adem, (Ruach, Geest, Leven).
Hij verdwijnt in de wolken, wordt omhooggeheven.
Ze blijven maar omhoogstaren, je zou er een stijve nek van krijgen.
Net zoals bij de vrouwen op paasmorgen
komen mannen in witte gewaden de mare brengen.
‘Wat staan jullie naar de hemel te staren?
Deze Jezus zal op dezelfde wijze wederkeren
als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’
We kunnen blijven staren als naar een ruimteschip
dat langzaam uit ons gezichtsveld verdwijnt.
‘De gemeenschap van christenen,
zelfs met al zijn menselijke beperkingen,
kan een weerspiegeling worden
van de liefdesband van de drie-ene God,
van zijn goedheid, zijn schoonheid.’ (paus Franciscus)
Zijn we niet met diezelfde opdracht bekleed,
als gemeenschap van liefde?
We kunnen in geloof vertrouwen,
verwachtend de gave van de Heilige Geest,
hét pinkstergeschenk.
pater Walbert