Deuternonomium 8, 2-3.14b -16a: Het manna in de woestijn 1 Korintiërs 10, 16-17: Wij allen, één lichaam Johannes 6, 51.53-58: Brood uit de hemel
Uit de eerste brief aan de Korintiërs 10,16-17 "Zusters en broeders, maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood."
Vader, wij danken U voor uw blijvende nabijheid in sacramentele tekens. Wij bidden U voor allen die onlangs nog een sacrament mochten vieren: de kinderen die gedoopt werden… de kinderen die het vormsel hebben ontvangen… de kinderen die voor het eerst communiceerden... de mensen die huwden… en de mensen die hun huwelijk herdachten... de zieken die gezalfd werden… de mensen die het sacrament van de verzoening vierden… dat zij allen gesterkt en vernieuwd mogen leven vanuit de liefdeskracht waarmee U hen in het sacrament nabij gekomen bent..