Taai en geduldig
Hoe dikwijls zeggen we niet: ‘Ik ben toch niet gek!’ of: ‘Ik ben toch geen ezel!’ Daarmee bedoelen we dat we ons niet voor idioot of dom willen laten doorgaan en ons door anderen niet laten gebruiken. Maar een ezel is helemaal niet dom, integendeel, hij is in staat om veel te presteren, hij is taai en geduldig en zelfs vooral wanneer hij zwaar beladen is. Daarom wordt de ezel vandaag nog, vooral in Oosterse en Aziatische landen, als lastdier gebruikt. Een ezel is niet alleen verstandig omdat hij zich goed kan aanpassen. Hij kan ook zeer koppig zijn wanneer hij zijn veiligheid bedreigd ziet. En uit de Bijbel weten we dat God telkens weer van ezels gebruik maakt, bijvoorbeeld als rijdier voor profeten en koningen.
Symbool van vrede
Volgens de legende was de ezel ook aanwezig bij de geboorte van Jezus en maakte hij zich voor de Heilige Familie nuttig als wegbegeleider bij de vlucht naar Egypte. Op Palmzondag horen wij dat de ezel een belangrijke rol speelt bij de intocht van Jezus in Jeruzalem (Marcus 14,1-72.15,1-47). Hij draagt de Koning van de vrede en wordt daardoor zelf een symbool voor de vrede – heel anders dan het paard, dat eerder symbool is van de oorlog en van het geweld dat door heersers wordt uitgeoefend.
Christusdrager
Misschien denkt u: is er op Palmzondag niets beters te vertellen dan die anekdotes over ezels? Toch hebben wij als christenen iets gemeen met de ezel uit het evangelie van het intochtverhaal. Ook wij kunnen Christusdragers zijn in onze wereld. Dan moeten we ook willen inzien welke eigenschappen we nodig hebben om die taak naar behoren uit te voeren: bereidheid tot dienen, zowel tegenover God als tegenover onze medemensen, een ‘ezelsgeduld’ als we tegenstand ondervinden, een grote draagkracht en uithoudingsvermogen als ons zware lasten worden opgelegd, gezond verstand en consequent handelen wanneer de tijdgeest ons andere wegen wil tonen.
Waar de paarden begeven, werken ezels verder
Wanneer we al deze eigenschappen tot de onze maken en ze in ons geloof ook daadwerkelijk integreren, dan zal bewaarheid worden wat paus Johannes XXIII ooit zei: “Waar de paarden het begeven, daar werken de ezels verder.“ En de grote Kerkleraar Ambrosius van Milaan zei eens in een preek op Palmzondag: “Leer van de ezel hoe je Jezus moet dragen. Leer onder Christus te zijn opdat je boven de wereld kunt staan. Niet om er hoogmoedig op neer te kijken, maar om Hem, de verlosser van de wereld, in die wereld te dragen.” En wie moet dat op de dag van vandaag doen, als wij het niet doen? Zeg nu nog maar eens dat je van een ezel niets kunt leren!
(jh)