Hoe weet je in godsnaam dat je nog lief bent in Gods ogen,
tenzij een mens je naam noemt en je wakker roept
uit 't sluimerend besef
dat je vandaag, net als gisteren, en morgen weer,
in staat bent tot liefhebben en geliefd worden?
Een bloem blijft in haar knop verborgen
tot enig zonlicht haar wegroept
en bevrijdt uit haar onvoltooide staat.
Een mens vergaat het evenzo.
Als niemand hem beademt
met een woord dat ja zegt op zijn diepe dromen,
als niemand hem bedankt voor wat hij met zijn hart probeerde,
- al bleef het stukwerk wat hij deed -
als niemand hem feliciteert voor kleine goede dingen,
maar liever de lippen stuk bijt
dan iets liefs van hem te zeggen,
dan gaat hij,
voordat hij het besterft,
dood aan pijn van eenzaamheid.
Nooit gaat een mens bij wonder helemaal open
omdat hij door God uit het alleen-zijn wordt bevrijd.
Een mens bloeit open aan een ander
die hem wil zien
en gaarne ziet boven de maat die hij kan verdienen.
Hoe weet ik in godsnaam dat ik nog lief ben in Gods ogen,
tenzij een mens mijn naam noemt en mij wakker roept?
Marcel Weemaes