De eerste leerjaren van de Springeling waren aan de beurt voor hun Godly Play verhaal. Op een begrijpelijke manier werd de parabel van de Barmhartige Samaritaan hen verduidelijkt
Het derde kleuter werd de eerste deelnemer in de lange rij om te komen participeren in een Godly Playverhaal. Het verhaal over de Ark van Noach werd er uitgekozen waarna een boeiend samenzijn volgde.
Parabels van Jezus zijn meer dan een verhaal, deze gelijkenissen met een diepe inhoud zijn om over na te denken. Met kinderen ermee op weg gaan blijft een boeiende aangelegenheid met verrassende resultaten.
Het vierde leerjaar van Springeling was aan de beurt met het scheppingsverhaal
God gaf ons het geschenk van het licht, het water, de vaste bodem met alle groen, de dag en de nacht, alle vliegende schepselen en alle zwemmende, dan de dieren en de mens gelijkend op Hem. De zevende dag rustte God om te genieten van al het moois van wat Hij gemaakt had. God zag dat het goed was, héél goed!
Een klas van het vijfde leerjaar kwam de kerk binnen op een dinsdagmorgen. Er was een hoek vrijgemaakt en er lagen ronde kussentjes klaar. De leerkrachten hadden het thema BIJBEL gekozen, het sluit immers aan bij het leerprogramma. De bijbel, wat een bibliotheek, 66 boeken! Veel verhalen over God en zijn volk en wat er allemaal gebeurde met dat volk. Boeken met liederen en spreuken, boeken met wetteksten, boeken over koningen en profeten. En dan nog de boeken over Jezus en zijn apostelen. Zo’n een bibliotheek, echt indrukwekkend. De kinderen konden ook nog eens bladeren in de bijbel en ontdekken dat het Nieuwe Testament begint met de geboorte van Jezus. Over het volk van God valt er inderdaad veel te lezen en te leren.
Het eerste leerjaar kwam nu aan de beurt, en voor die gelegenheid hadden de juffen gekozen voor de parabel van: Jezus en de grote Wereldkerk. Een parabel die ons verduidelijkt dat iedereen bij de goede God welkom is. Iedereen krijgt een plaatsje aan de grote tafel van de wereld, oud en jong, groot en klein en om het even uit welk land. Allemaal zijn wij broertjes en zusjes van mekaar. Leve de verbondenheid!
Om een bijbelverhaal goed te begrijpen hebben we vaak wat meer uitleg bij de personen en de tijdsgeest nodig. Het derde leerjaar kwam naar Godly Play in de kerk. Toen die overvallen man daar halfdood langs de weg lag, passeerden drie voorbijgangers. Bij de eerste twee hoeft weinig uitleg. Maar het is reeds duidelijk dat Jezus dat Jezus wil zeggen dat die twee hun naaste laten liggen. Maar uiteindelijk was het de Samaritaan die de zwaargekwetste hielp. Een Samaritaan? Iemand van een bevolkingsgroep waarover velen denken dat het slechte gelovigen zijn. De jongeling die de vraag stelde “Wie is mijn naaste?” had een duidelijk antwoord van Jezus gekregen.
Met het tweede leerjaar van de Ginsteschool kwamen we samen voor een Godly Play momentje. De keuze viel op de parabel van de barmhartige Samaritaan. Op het eerste zicht wel moeilijke woorden die toch naar het einde toe hun betekenis onthulden.
In de school Springeling waren de zesde leerjaren aan de beurt. Het verhaal over “de Ballingschap” werd hiervoor uitgekozen. Een verhaal dat ons duidelijk maakt dat God altijd aanwezig komt, daar waar mensen samenkomen om te bidden, verweg of dichtbij
Ooigem vierde leerjaar
Het vierde leerjaar verkent de 10 geboden Het Joodse volk zwierf al jaren in de woestijn, ze hadden er geen gemakkelijk leven en waren ongelukkig. Volkeren verderop waren rijk en ze aanbaden er andere goden. Het volk was ontevreden. Hun leider Mozes trok de berg op, dacht na en sprak met God. Hij kwam terug met 10 wetten om gelukkig te leven. Die geboden waren gebeiteld op twee grote stenen. ”Het zijn 10 manieren om goed te leven, om te leven zoals God het wil. Hou van God en hou van de mensen,” zei Mozes. Na de uitleg door diaken Robert mochten de leerlingen van het vierde iets tekenen over de 10 geboden. Ze hadden het begrepen.
Er zijn zoveel mooie dingen gebeurd met het volk van God in de woestijn, dat het belangrijk is dat we deze verhalen niet vergeten, en dat we deze verhalen doorvertellen. Vertellen hoe God zijn volk op weg door de woestijn de weg wees. Hen voorzag van water en voedsel. Tot zij bij de Horeb, de berg van God, aankwamen. Daar ontving Mozes van God, de tien beste manieren om te leven, ons meer bekent als de tien geboden. Van God naar Mozes, van Mozes naar het volk. Van het volk naar elk van ons……
De kinderen van de derde kleuterklas kwamen op 17 maart naar de kerk om te luisteren naar hert verhaal van de zaaier. Dit verhaal is een oude parabel. In de tijd van Jezus luisterden de mensen graag naar de verhalen van die man die zo boeiend kon vertellen over die goede God. De zaaier weet wel dat een deel van de zaadjes niet zal groeien. Op de weg en op de rotsen moet je geen resultaat verwachten. Tussen het onkruid groeien ook maar weinig zaadjes uit tot mooie vruchten. Maar op de goede akker heeft de zaaier wel een grote oogst. Genoeg voedsel voor zijn familie, genoeg om er een deel van te verkopen, genoeg om als zaad te houden voor volgend jaar. Op de tekeningen die de kleutertjes daarna maakten zag je vaak de hand van de zaaier terug. Of was het de hand van God die goedheid zaaide?
In voorbereiding van hun eerste communie wordt nog even samen gekomen om ons te verdiepen in Jezus die voor ons: de Goede Herder is. En iedereen is uitgenodigd aan de grote wereldtafel, niemand wordt uitgesloten
De 12 jarige jezus wil in het huis van zijn vader zijn
Het tweede leerjaar verkende dit verhaal kort na Pasen in de kerk van Ooigem. Jezus was 12 jaar en trok met zijn ouders en vele anderen naar Jeruzalem om het Joodse Paasfeest te vieren. Dit was een groot dankfeest. Mozes had zijn volk gered uit de slavernij in Egypte. Het volk was opnieuw vrij. Een bijzonder man die Mozes. Hij had van God de 10 woorden, die 10 wegwijzers gekregen. Toen die groep terugkeerde naar Nazareth bleef Jezus in de tempel. Hij wilde meer weten over die God en die tien wetten die Mozes kreeg, die wegwijzers voor een gelukkig en goed leven. Zijn ouders vonden hem terug in de tempel. “Wist je dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn”, antwoordde Jezus toen zijn ouders vroegen: “Waarom toch?” Hij had in die paar dagen veel geleerd. Moeder Maria bewaarde alle in haar hart. Vader Jozef dacht: ”Onze Jezus zal zijn eigen weg wel gaan. Het komt goed, als Hij maar trouw blijft aan God.” En … Jezus bleef trouw aan God.