De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens nalezen
Twee weduwen, arm en berooid, nauwelijks nog in staat om voor zichzelf te zorgen: zij geven wat ze hebben; ze geven alles wat ze nodig hebben om te kunnen blijven leven. In woord en in daad worden ze beloond. Hun delen is hun grote rijkdom. Ze worden door God gezien, omdat ze zijn Boodschap, zonder opzien te baren, met hart en ziel verstaan.
Ze leven nóg: deze mensen. Midden onder ons zijn er ook, die weten dat leven delen is. Ze zoeken niet naar aanzien. In alle eenvoud geven ze van hun brood, van hun inspiratie en van hun geloven. Ze laten zich nergens op voorstaan. In alle eenvoud geven ze handen en voeten aan de Blijde Boodschap. Ze krijgen geen vermelding in het Book of Records; wél in het boek van het Leven.