ZIJ KWAM NU EFFEN PIEPEN ...
Het was voorzegd, de kaarten waren goed gelegd.
We zouden ervoor gaan,
een wezen met een nieuw bestaan.
Tot op een welbepaald moment,
de artsen leken minder goed content.
Maar toch, waar leven is, is hoop.
We gaan ervoor,
een strohalm wordt een baai,
met knuffels en een aai.
En ouders die begonnen af te tellen,
en iedereen kwam het vertellen.
Een nieuwgeboorte komt er aan,
we moeten er voor gaan.
En toen, kwam zij een kijkje nemen,
Na een volle zesentwintig weken,
zo klein, zo weerloos als een piepklein lammeke…
kwam zij nu even piepen,
de ochtendgeuren rieken.
Al vroeg beseften we,
het zit niet goed,
waar blijft die lieve kleine snoet.
Met man en macht,
met vrouwelijke overmacht,
zijn we begonnen haar zo goed als 't kan te gaan soigneren,
alsook de mama en de papa begonnen het te realiseren,
We moeten en we gaan ervoor,
de toekomst gaat ons niet teloor.
Maar toen ging het zo snel bergaf,
haar hartje stopte met het kloppen,
en stillekesaan, begon ze heen te gaan.
Ze heeft hier effen stilgestaan,
door mama en papa bijgestaan,
genoten van de prilheid van 't bestaan.
Zo is ze heengegaan.
Nu blijft er ons de mama en de papa,
twee pracht van mensen,
in de fleur van hun bestaan,
vandaag zo rouwend,
we laten ze begaan.
De stille pijn van binnen,
vandaag zo niet te overwinnen,
dat heeft zijn tijd, van dagen en van jaren,
om nooit of nimmer te verjaren.
Zij gaan nu stilaan verder met hun leven,
schoorvoetend in het heden,
maar dragend door ons, die hen omringen,
met tederheid en and’re mooie dingen,
zonder zo al te veel omhaal van woorden,
want die kunnen zonder het beseffen
eerder moorden.
Een poosje in nabijheid, dat doet wonderen,
zodat ze zich niet al te veel te moeten af te zonderen.
Zo lieve mensen, nu ga ik u laten,
we gaan voor ons Camille een kruisje maken...
Dirk Vannetelbosch, Laken 8 februari 2025