Misschien herinneren we ons nog uit onze schooltijd de aanwezigheidslijsten. Met die lijst van namen controleerde de meester of juffrouw wie er was of wie ontbrak. Later, in het middelbaar onderwijs, als we al wat ouder waren, mocht de klasafgevaardigde zelf die lijsten invullen. Dan moesten we goed kijken wie er was of niet. Een plus voor wie aanwezig was, een min voor wie afwezig was.
Als we dat nu eens met God zouden doen, een plus als we Hem aanwezig weten in ons leven, een min als Hij er naar ons aanvoelen niet is. Die aanwezigheidslijst zou ik wel eens willen zien. Wanneer is God voor mij de aanwezige, en wanneer is Hij dat niet?
Voor Abram in de eerste lezing van zondag (Genesis 15,5-12.17-18) is God duidelijk de afwezige. Op het woord van de Heer was hij weggetrokken uit zijn thuis en zijn land, naar een onbekende toekomst. Maar Abram blijft kinderloos, dat wil zeggen zonder toekomst. Geeft God thuis of niet? Toch wel. Het wondere in de Bijbel is dat dit vaak in de slaap gebeurt. In de slaap geeft God zich te kennen. Als het in een mens het donkerst is, op het moment dat je niets meer verwacht, laat God zich kennen. Zoals hier voor Abram. In een soort verbondsritueel laat Hij zich kennen als de God die zijn belofte van trouw zal naleven. Abram mag op het aanwezigheidsrooster God aanvinken als ‘aanwezig’.
In het evangelie over de gedaanteverandering op de berg Tabor (Lucas 9,28b-36) lijkt God voor de leerlingen eerst de afwezige. Jezus heeft net zijn lijden aangekondigd, en dat vooruitzicht ontmoedigt hen. Om hun een beter uitzicht op de toekomst te geven, troont Jezus hen mee de berg op. Maar ze vallen in slaap. Alweer die slaap! Precies dan geeft God zich aan hen te kennen. Hij toont Jezus in een verblindend licht en in het gezelschap van twee grote figuren uit de geschiedenis van het Godsvolk, Mozes en Elia. Ze krijgen er te horen: “Dit is mijn Zoon.” Hier mogen ze God aanvinken als de aanwezige. Het is een kort moment, het is alweer dadelijk voorbij, maar het geeft hun de kracht om de berg af te dalen, het leven tegemoet zoals het is.
Ervaren wij God als aanwezig in ons leven? We zijn in onze dagen, waarin we vele trieste beelden van oorlog en geweld zien, geneigd om Hem als afwezig aan te vinken. Laten wij toch wakker blijven en Hem aanwezig weten, zij het in het klein en bijna ongezien, in wat mensen aan hoop, kracht en solidariteit opbrengen om slachtoffers van het geweld nabij te zijn. Ongetwijfeld mogen wij Hem hierin als ‘aanwezig’ aanvinken.
Jos Houthuys