Een zware aardbeving trof Myanmar, het vroegere Birma, op 28 maart. Er werden al meer dan 3.000 doden geteld, een cijfer dat nog zal stijgen. Duizenden burgers raakten ewond, honderden zijn nog steeds vermist.
De aardbeving had een kracht van 7,7 op de schaal van Richter en werd gevolgd door een zware naschok. Mandalay, de stad het dichtst bij het epicentrum, werd zwaar ge-roffen. Maar dorpen en steden in het hele land ondervinden de zware gevolgen. De schokken waren voelbaar tot in Thailand. Huizen en andere gebouwen stortten in of werden zwaar beschadigd. Bruggen werden vernield, wegen onderbroken. Talloze mensen zijn dakloos. Noodhulp naar de getroffen gebie-den krijgen, is niet eenvoudig door de aangerichte schade en het lastige terrein.
Al voor de aardbeving was de humanitaire situatie in Myanmar zeer moeilijk en hadden bijna 20 miljoen mensen hulp nodig. Veilige toegang tot het land en het rampgebied en informatiegaring om de respons te plannen vormen een reële uitdaging.
De hulpverlening in Myanmar wordt ook bemoeilijkt door de burgeroorlog in het land, waarbij verschillende rebellengroepen de militaire junta bestrijden. Door het conflict ligt ook de economie en de infrastructuur van het land in puin. Meer dan 3 miljoen mensen zijn ontheemd, er zijn voedseltekorten en zowat een derde van de bevolking heeft humanitaire hulp nodig.
Gebrek aan schoon drinkwater en medische zorg vergroten het risico op epidemieën. Wegen en gebou-wen zijn verwoest, waaronder ziekenhuizen, scholen en watervoorzieningen. Netwerken en elektriciteitslijnen liggen plat, waardoor mensen zijn afgesneden van essentiële diensten.
Meer dan een week na de ramp slapen veel Myanmarezen buiten, omdat ze geen huis meer hebben of uit angst dat hun woning instort.
Hulporganisaties van Consortium 12-12 zijn ter plaatse en werken onvermoeibaar om ook de meest afgelegen gebieden te bereiken.
Maar de nood is enorm.
Onder de naam ‘MYANMAR 12-12’ roepen de vijf leden van Consortium 12-12 (Caritas International, Dok-ters van de Wereld, Handicap Internati-onal, Oxfam en Plan International) op tot financiële steun.