Een stukje schrijven over vakantie, is eigenlijk niet zo makkelijk! Immers, aan het woord ‘vakantie’ geeft eenieder een aparte invulling. Binnenkort is het echter zover. Veel mensen pakken hun koffers voor een welverdiende vakantie. Of het nu de Ardennen, de Franse zuidkust of een verre bestemming als Indonesië is, we gaan er graag even tussenuit. Vandaag de dag wordt er niet altijd de zon opgezocht, doch wagen reizigers zich naar meer noordelijker oorden.
Eventjes het internet raadplegen (misschien ben ik al in vakantiemodus!) wat de bijbel zegt over reizen en vakanties. In de bijbel komen wij het woord ‘vakantie’ niet tegen. En het lijkt er ook op dat mensen in de tijd van de bijbel geen vakantie hielden. Mensen waren elke dag bezig om te overleven, om hun voedsel te zoeken voor elke dag. Denk je dat eens in, nooit vakantie! Is dit dan een uitvinding van ons? Toch gunt God ons rust, zoals Hijzelf rustte op de zevende dag. Maar wat wel duidelijk is, dat er nogal wat gereisd wordt in de bijbel. Maar reizen in de tijd van de bijbel gebeurde vaak met een ander doel. Mensen gingen op pad voor hun werk als handelaar of koerier, of voor een pelgrimage naar een heilige plaats. Of ze veilig thuiskwamen was allerminst zeker, want de weg was vol gevaren. We staan even stil bij enkele reizen. De eerste die vermeld staat is die van Abram, de stamvader van Israël, die later de naam 'Abraham' kreeg, 'Vader van de gelovigen'. Een tweede reis is de bekendste: het Exodusverhaal met Mozes, veertig jaren door de woestijn met de doortocht door de Rietzee. Het derde verhaal komt uit het Nieuwe Testament en is eigenlijk een vertelling van Jezus. Ja, er zijn nog andere reisverhalen, denk maar aan de reizen van Paulus, Jezus die als twaalfjarige samen met zijn ouders, op pelgrimstocht (bedevaart) naar Jeruzalem gaat.
De reis van Abram
In Genesis 11,31 wordt verteld dat Abram en Sarai uit Ur, de stad van de Chaldeeën vertrekken, nog niet wetend waarheen, om te eindigen in het land dat God hen wijzen zal. Zij nemen een oude handelsroute waarop karavanen van Mesopotamië naar Egypte trekken. Die weg loopt vanaf Ur in het zuiden van Mesopotamië richting het noordwesten.
Abram en Sarai volgen lange tijd het stroomgebied van de rivier de Eufraat. Het reizen langs water maakt het voor reizigers met klein gezelschap mogelijk om sommige delen van de reis ook per boot af te leggen. De noordelijkste stad
op de route van Abram en Sarai is. Vanaf daar gaan Abram en Sarai over de handelsroute in zuidelijke richting naar Kanaän. Een reis niet zonder gevaren, een reis vol vertrouwen want God gaat met hen mee.
Exodus
Een van de bekendste reizen in de Bijbel is de uittocht van de Israëlieten uit Egyptemet de daaropvolgende tocht door de woestijn naar het beloofde land. Een lange reis, want veertig jaar. Een gedetailleerde routebeschrijving van deze reis is te
vinden in Numeri 33. Een reis waar het volk op de proef wordt gesteld, waar God het volk te eten geeft, zijn woorden van leven meegeeft, een reis omte leren vertrouwen op God.
De barmhartige Samaritaan
In Lucas 10 vertelt Jezus de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Een man die van Jeruzalem naar Jericho reist, wordt onderweg door rovers overvallen. Als ze hem alle spullen hebben afgepakt, laten de rovers hem halfdood liggen langs de kant van de weg. Een Samaritaan die op reis is, ontfermt zich over de man en laat hem in een halteplaats voor reizigers verzorgen.
Reizigers waren in de tijd van de Bijbel van hun leven niet zeker op de lokale wegen in Kanaän. Ze liepen gevaar door gebrek aan water, slechte weersomstandigheden en moeilijk begaanbare wegen. Ook moesten ze uitkijken voor struikrovers en roofdieren. De weg van Jeruzalem naar Jericho was beslist geen weg die je alleen moest afleggen.
De 25 kilometer lange voetweg voerde door een rotswoestijn en de route was soms stijl. Door zijn gelijkenis in die barre omstandigheden te situeren, maakt Jezus direct duidelijk dat de situatie van de gewonde reiziger hopeloos is en dat hulp hard nodig is.
Drie reizen, verschillend, maar alle drie niet eenvoudig te doen. Er zijn nog meer reisverhalen. Zo is het verhaal van Jezus is een groot reisverhaal: van Betlehem naar Nazareth, naar Jeruzalem, terug naar het noorden, om dan te eindigen in Jeruzalem.
Is ons leven met alles daarin - werk en vrije tijd, school en vakantie, jeugd en ouderdom- ook niet een pelgrimstocht, een lange reis? Als christen ben je altijd onderweg. Het is een reis waar God ons tijd geeft om vreugde in Hem te vinden.
Ga je deze vakantie heel ver weg? Ga je naar de zee, de Ardennen of blijf je gewoon thuis? Waar ook, ik wens je van harte: " houd je aangenaam bezig, geniet van de vakantie", simpel gezegd" amuseer je!".
Het is een ontdekkingstocht om plezier en tevredenheid te vinden in het gewone alledaagse. Het leven van elke dag biedt een waaier van leuke mogelijkheden, dat vergeten we soms. Kijk naar de wolken die permanent rond je woning drijven in de gekste vormen en volumes, in kleurenschakeringen die voortdurend wisselen, zelfs wolken met een zilverachtig lichtkransje. Maar vergeet God niet te danken. Hebben wij Hem niet nodig om onderweg te blijven,om niet te verdwalen.
Waarheen je ook reist, een veilige reis!
Prettige vakantie, alleszins !
Hugo Hollé, pastorale zone Oase
en Stefaan Callebaut