We gingen het hebben over het visioen van de aartsvader Abraham. Tijmen legde ons eerst wat context uit over een verhaal uit de jeugd van Abram (ongeveer rond de 12 jaar) en zijn vader, die in een Godsbeeldenwinkel werkte.
Abram had het hier moeilijk mee. Hij zag hoe zijn vader een beeld maakte uit hout en er vervolgens een prijskaartje aan hing. Hij dacht: hoe kunnen we nu een beeld eren dat we zelf maken?
Abram moest op een dag van zijn vader op de winkel letten. Er kwam een man binnen om een beeld te kopen. Abram werd boos en zei: “Op uw oude leeftijd hebt u nog niets geleerd!” De man liep beschaamd de winkel uit.
Vervolgens kwam er een vrouw binnen; zij had niet veel geld en gaf in ruil voor een beeld een zakje graan. Abram werd hier zo boos van dat hij alle beelden kapot maakte.
Wat kunnen we hieruit begrijpen?
Geloof is niet uit te drukken in materiaal, maar leeft van binnen in ons? “By faith, not by sight.”
We gingen verder met het verhaal in Genesis 15 – het visioen van Abram, waar Abram al veel ouder was (rond de 75 jaar). Hij was zeer ongeduldig om kinderen te krijgen, hij wachtte hier al heel lang op en had het twijfel gevoel of God hem wel nog kinderen zou geven.
Abram vroeg aan God: “Mijn Heer, hoe kan ik weten dat ik het inderdaad zal krijgen?”
God antwoordde hem om een offer te brengen: een driejarige koe, een driejarige bok, een driejarige ram, een tortel en een jonge duif. Abram haalde dit alles. Zijn offer werd niet meteen door God beantwoord... Bij zonsondergang sprak God uiteindelijk tot Abram: zijn nakomelingen zouden slaven zijn en men zou hen vierhonderd jaar onderdrukken (het getal dat de periode van lijden aanduidt die uiteindelijk tot bevrijding zal leiden).
God beloofde Abram wel dat hij op oudere leeftijd en in vrede zou sterven.
Wat kunnen we hieruit opnemen?
God vraagt van ons onmeetbaar geduld en vertrouwen. Abram was een mens zoals wij en zat in een constante spanning tussen geloof en ongeloof, tussen vertrouwen en wantrouwen. Daar kunnen wij ons als gelovigen in herkennen. Abrams houvast lag misschien meer in het idee van nakomelingen dan in God? Geluk kan niet worden afgedwongen; God heeft een plan voor ons, exact hoe het hoort. Laten we hierop vertrouwen.
Groetjes,
Klara