Als wij spreken over God, dan wijzen wij spontaan met onze vinger naar omhoog. Niet omdat wij nu echt denken dat God hier wat hoger dan wij resideert. Maar wel omdat wij God hoog-achten. Wij kijken óp naar Hem. Hij is onze Schepper, wij zijn z’n mensen. Wij zijn Hem alle eerbied verschuldigd. Niet zo vreemd dus dat wij God ‘in den hoge’, hoger dan ons, situeren.
Opgenomen bij God ...
Met Pasen vierden wij dat Jezus voortaan leeft bij God, dat hij bij Hem opgenomen is. Het feest van Hemelvaart beklemtoont dat nog eens extra. Jezus is bij God. In de Handelingen van de Apostelen gebruikt Lucas al even spontaan als wij dat zouden doen een beeld dat die opname bij God uitdrukt. Een wolk onttrekt Jezus aan het zicht. Niet omdat Lucas nu echt meent dat Jezus door de wolken heen is gegaan. Maar omdat de wolk van oudsher een beeld is voor Gods aanwezigheid. Wij, mensen, hebben nood aan zulke beelden om het onzichtbare en onzegbare aan te duiden. Het is al zo moeilijk om ons het mysterie van God voor te stellen. Beelden kunnen daarbij helpen, als we ze goed willen verstaan. Zoals hier. Een wolk geeft schaduw en verkoeling bij hitte, regen bij droogte. Zo is God: Hij is bron van leven, schild en geborgenheid in tijd van nood.
maar midden onder ons aanwezig
Steeds hebben kunstenaars geprobeerd om het mysterie van Jezus’ Hemelvaart uit te beelden. Zo is er een afbeelding waar je Jezus in de wolk ziet verdwijnen. Zijn voeten en een stuk van zijn gewaad zijn nog net zichtbaar. De leerlingen staren naar omhoog. Maar midden tussen de leerlingen staat iemand die helemaal niet naar omhoog kijkt. Hij is gekleed in hetzelfde gewaad als dat wat in de wolk verdwijnt. Hij draagt ook de trekken van Jezus. Hij maakt een zegenend gebaar. Niemand ziet het. Hij staat achter de leerlingen. Maar hij kijkt in de richting van de toeschouwer. Hij kijkt naar jou, naar mij. Het is een manier om te zeggen dat Jezus weliswaar uit ons midden is heengegaan, maar dat hij tegelijk midden onder ons aanwezig is en ons zijn zending in handen legt. Nu is het aan ons om woorden van vergeving te spreken, om daden te stellen die Gods barmhartigheid dichterbij brengen. Net zoals Jezus dat gedaan heeft. Nu worden wij de dragers en uitvoerders van zijn boodschap. Hoe willen wij die zending ter harte nemen? Het zal niet gebeuren door naar omhoog te staren, maar door naast en rondom ons te kijken. Door te zien naar wie op ons rekenen, wie op ons aangewezen zijn. Het feest van Hemelvaart verwijst ons naar hier en nu. Vanuit den hoge wordt het ons toegewenst, en daarom: zalige hoog-dag!
jh