La Cantine des Italiens
De jaarlijkse uitstap van de Nederlandstalige gemeenschap Sint-Gillis voer ons dit jaar naar het eind van de 19de eeuw: de Industriële Revolutie introduceert de stoommachine op de werkvloer.
En wie stoom zegt, zegt kolen – denk maar aan de stoomlocomotief, die je eigenlijk nooit los van zijn kolenwagen ziet. Of de koeien in de wei vluchtten telkens als zo'n rokende draak brullend voorbij kwam gereden, is me niet bekend. Dat de paarden werden bedankt voor bewezen diensten, is wel een feit. De stoommachine produceerde immers een veelvoud aan paardenkracht. En ons Brabants trekpaard vloog in het beste geval op stal.
Het vervoer van kolen en staal werd evenwel een logistieke nachtmerrie. Vervoer te water bleek toch het meest aangewezen. Zodoende werden talrijke kanalen gegraven om de waterbekkens van ons land met mekaar te verbinden en schoten sluizen als paddenstoelen uit de grond. Menig hoogteverschil kon zo worden bedwongen. Maar het versassen vergde nog steeds kostbare tijd!
Wij houden op 6 augustus van dit jaar halt bij een stille getuige uit die 19de eeuw, waarop ingenieurs destijds waarschijnlijk hun hoofd braken om tijd te winnen: Ronquières bleef lang een aaneenschakeling van sluizen, tot Thieu een referentie wordt om al die waterwegen beter bevaarbaar te krijgen. Heuse scheepsliften tillen er je schip met lading en al -letterlijk én figuurlijk- naar een hoger niveau. En Ronquières krijgt zo haar lift, terwijl de haven van Zeebrugge wordt ontplooid.
Een onbewaakt moment
Per toeval geraakt ons gezelschap tot bij de sluisdeur tot de toerisme-ambtenaar van het Waalse gewest ons netjes achter het hekken terugwijst... De nieuwe lift die je links van de boompjes ziet op de foto, heeft dit ijzeren vehikel inmiddels gereduceerd tot industriële archeologie. Als je de waterkant rechts volgt tot aan de woning van de sluizenwachter, vind je naast het loze vissertje ons bonte gezelschap uit Sint-Gillis. Zie je de mens naast de machine? Misschien herken je ons voor de auto, die je terugvindt langs de boordsteen aan die rechterkant? David lijkt niet meer dan een stip naast Goliath. Zuster Karita kreeg alvast deskundige uitleg van Stephan - totdat we tot de orde werden geroepen.
Bois-de-Luc
Ook het kolencomplex van Bois-du-Luc slijt nu haar dagen als toeristische attractie. De bezoeker wordt ondergedompeld in het leven in de 19de eeuwse koolmijn en beleeft de gemeenschap die rond de koolmijn werd ontplooid. Een geslaagde scenografie schetst je een beeld van het leven van de arbeiders destijds. Een groepsfoto illustreert de rauwheid van hun bestaan, terwijl de audiofoon je vertelt over hun dagelijkse leven en je wijst op de veiligheidsnormen bij de liftschacht.
Door de donkere sfeer waan je je al snel in de schacht diep onder de grond, ook al sta je nog steeds met beide voeten op de begane grond. Witgekalkte beelden van mensen op mensenmaat acteren als versteende getuigen van de industriële revolutie – of zijn wij het eerder die hen gadeslaan terwijl de tijd hier stilstaat?
Onze groep geniet van een zonnestraaltje op het binnenplein vóór we een blik werpen in het gigantisch atelier waar veiligheid en opmerkzaamheid ook al hand in hand gaan. Bij de smidse voorkomt zand op de vloer dat de vonken die de dans met het hete ijzer zouden ontspringen, vuur vatten, terwijl in een precisie-atelier houten balkjes op de vloer moeten voorkomen dat instrumenten breken of bot worden als ze van tafel glijden. Slimme rakkers in de 19de eeuw, als je het mij vraagt!
Paradijselijke sfeer
Tussen de beide sites in bezochten we La Cantine des Italiens. Die toont hoe heuse migraties georganiseerd werden om onze industrie van arbeiders te voorzien. De aanblik van hun kacheltje en de golfplaten bezorgde mij alvast een ijskoude rilling en dat bij 30° C. Dit kamertje moet ijskoud geweest zijn in de winter – terwijl je net niet doodpuft in de zomer. Wij boffen toch maar – misschien op klimaatwijzigingen na. Zetten we de airco in de auto straks alvast ietwat zachter?
In het restaurantje ernaast dragen Italiaanse spijzen bij tot de gemoedelijke sfeer, die hervat wordt in een zonovergoten en paradijselijk decor na de uitstap : Lieve en Stephan verwelkomden ons op een waar festijn in de geest van Breugel met bergen boterhammen met plattekaas, versgeplukte radijsjes, breugelkop en een glaasje kriek als tongstrelend vocht. Een rondleiding in de knappe tuin hoorde er ook bij. Persoonlijk kan ik me geen betere afsluiter indenken – waarvoor dank. Dit was een perfect geslaagde dag.
Frank D’hondt