In de zomer van 2018 kreeg de kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw Alsemberg een vraag in verband met de geplande tentoonstelling ‘Borman en Zonen’ in museum M te Leuven rond de Brusselse middeleeuwse beeldhouwer Jan Borman en zijn atelier. Het zou de eerste overzichtstentoonstelling worden van hun oeuvre ooit.
In de Onze-Lieve-Vrouw Kerk van Alsemberg bevindt zich een calvariegroep met daarin ondermeer een beeld van Maria Magdalena. Deze calvarie past naar de mening van het wetenschappelijk comité binnen het oeuvre van het Borman atelier. Ze is heel goed te vergelijken met de calvarie in de Sint-Pieterskerk van Leuven, de calvarie in Wemmel en de calvarie uit Nijvel die zich nu in het Musée du Louvre bevindt in Parijs. Een confrontatie van ‘onze’ calvariegroep met de andere calvaries van het atelier zou het mooiste sluitstuk van de geplande expo zijn in M Museum. Bij de andere calvaries is geen Magdalenafiguur bewaard.
Het beeld in onze kerk werd deskundig ontstoft en door een ploeg specialisten opgehaald voor een verblijf in het museum. Daar maakt het nu deel uit van de tentoonstelling die in de krant De Standaard een vijf-sterren beoordelingh kreeg. Op de vernissage op 19 september, drukte curator Marjan Debaene zich dankbaar uit tegenover de kerkfabriek van Alsemberg en gaf in haar inleiding meer toelichting bij het opzet van deze tentoonstelling.
Herontdekken werk familie Borman
De voorbije vijf jaar legde M een bijzondere focus op de deelcollectie middeleeuwse beeldhouwkunst, zowel qua verwerving en onderzoeksbeleid als qua programmering. Het museum beheert immers een belangrijk corpus aan laatgotische Brabantse sculptuur, waarvan een groot contingent Borman sculpturen. Met trots stelde spreekster ons de wereld voor van de familie Borman, vier generaties beeldhouwers, die de Brabantse beeldhouwkunst domineerden tussen 1460 en 1599, bijna 150 jaar lang. De Bormans hebben een ware revolutie ontketend op het vlak van retabelsculptuur. Ze hebben de wijze waarop de retabelkast werd ingevuld drastisch veranderd door hun figuren op een specifieke wijze te plaatsen, aan te kleden en vorm te geven. Ze waren meesterlijke verhalenvertellers met oog voor het theatrale en met herkenbare personages. Die zijn bovendien buitengewoon virtuoos gesneden met gevoel voor detail en textuur en met een onuitputtelijke waaier aan individuele gelaatstrekken en houdingen en een enorme variatie van kapsels, kostuums en anekdotische details. De gebeeldhouwde altaarstukken van de Bormans, die in wezen de bijbel in 3D uitbeelden, zijn daardoor een plezier om te exploreren.
Een familiebedrijf
Maar het merk Borman staat voor veel meer dan houten retabelsculptuur. De Bormans waren een goed draaiend en drukbezet familiebedrijf, een KMO avant la lettre, met klanten in alle geledingen van de toenmalige laatgotische maatschappij. Ze werkten voor kerken, kloosters, edellieden en voor het Bourgondische en Habsburgse hof en bewogen zich in vooraanstaande artistieke en sociale kringen. Ze maakten vrijstaande beelden in alle maten en gewichten, monumentale calvarie ensembles, retabels, maar ook liturgisch meubilair zoals koorbanken, preekstoelen, deurmakelaars, kerstwiegen, grafmonumenten, reliekbustes. En dat in zowel hout, steen als albast. Kortom, de Bormans konden van vader op zoon zowat alles aan wat op dat moment om een beeldhouwershand vroeg. Hun werk behoort daarom tot het beste en meest invloedrijke de Brusselse en Brabantse beeldhouwkunst.
Maria Magdalena
Het beeld van Maria Magdalena uit de kerk van Alsemberg,
een houten beeld met polychromie (zittend 130 cm groot), maakt deel uit van de calvariegroep vooraan hoog in de kerk. Het dateert van circa 1500 en is een werk van Pasquier Borman(1470-1537), beeldhouwer in Brussel in 1492.Hij is de kleinzoon van de stamvader van de beeldhouwersdynastie Jan I Borman de Oude.
De tentoonstelling is nog open tot 26 januari 2020 in het M Museum, Leopold Vanderkelenstraat 28 te Leuven (www.mleuven.be/nl/borman).
Tekst en foto’s hc