Mijmeringen bij het graf van een geliefde.
Wanneer ik rond Allerheiligen een bloem kom zetten op je graf,
dan zal ik aan je denken, en weten dat deze bloem wel verwelkt,
maar telkens weer nieuw leven zaait.
Laat ze maar zeggen dat de dood het einde is:
ik weet dat onze liefde nooit kan vergaan,
want een liefde die ooit eindigt, is nooit echt begonnen.
Ik zal dan in de wintertijd de kou van het gemis ervaren.
Goddank zal het haardvuur in de stilte van mijn bidden
mij de herinnering openbaren dat je liefde nog steeds leeft
ook al nam de dood je mee.
Dan zal ik in de lente van mijn leven de ramen openzetten
en verkondigen dat het leven nog de moeite waard is
omdat God in alles nieuw wordt, in zijn natuur en in zijn mensen.
Dan zal in de zomer van mijn leven de hemel weer diep blauw worden
en zullen de stralen van jouw liefde mijn hart opnieuw verwarmen,
zoals in de tijd van toen.
Met mijn gebed bij dit graf is er de wens dat God
jouw liefde in mij laat verder bloeien: ik zal ze bewaren voor altijd.