Dat Hij koning is, is niet van gisteren.
Het stond reeds op zijn executiepaal.
Als reden? Als spot?
Wie zal het zeggen?
Dat Hij koning is, heeft Hijzelf beaamd,
maar onmiddellijk eraan toegevoegd:
pas op,
Ik heb geen paleis, geen troon,
geen kroon, tenzij een doornenkroon.
Mijn Koninkrijk ligt elders,
het kent geen rijksgebied of grens,
maar ligt in de grenzeloze liefde
waardoor mensen voor elkaar
volop mens kunnen zijn,
mensen met een warm hart.
Dat Koninkrijk [van onze Harten-Koning]
is ons menselijk avontuur van goed en kwaad,
van licht en donker,
van zoveel vrijheid en verslaving.
Dat menselijk avontuur van groot verlangen en verdriet
om al wat schoon en goed is
en tegelijk zo tijdelijk en begrensd.
In zijn Koninkrijk
opent Hij voor elke mens
een nieuwe horizon.
Ons thuisland is zijn hart,
zijn liefde die geen grenzen kent.
Dat Hij koning is, is niet van gisteren.
Maar dat Hij ook vandaag
Koning wil zijn in ons leven,
dat is het wonder dat ons helpt
om volop en volledig
mens te worden voor eeuwig.
(naar Manu Verhulst)